donderdag 8 mei 2014

Europese Commissie versterkt aandeelhoudersrechten

Op 9 april kwam eurocommissaris Barnier met maatregelen om de betrokkenheid van aandeelhouders te versterken en "say on pay' in te voeren voor de grootste Europese ondernemingen.
De voornaamste onderdelen van de  richtlijn  zijn:
  • aandeelhouders mogen jaarlijks stemmen over het beloningsrapport;
  • belangrijke transacties tussen verbonden partijen moeten voortaan door de aandeelhoudersvergadering worden goedgekeurd;
  • bewaarbanken hebben de plicht om de uitoefening van stemrechten te faciliteren;
  • institutionele beleggers moeten een constructieve dialoog aangaan en ondernemingen beoordelen op de middellange tot lange termijnprestaties;
  • institutionele beleggers moeten hun stemgedrag openbaar maken en daarop een toelichting geven.
Say on pay

Het voorstel beoogt meer transparantie in het beloningsbeleid en de feitelijke beloning van bestuurders te brengen alsmede de relatie tussen beloning en prestaties van bestuurders te versterken door het toezicht van aandeelhouders op de beloning te vergroten.
De concrete maatregelen daarvoor zijn:
"Artikel 9 bis en artikel  9 ter verplichten beursgenoteerde vennootschappen om zowel over hun beloningsbeleid als over de beloning van individuele bestuurders gedetailleerde en gebruikersvriendelijke informatie te publiceren en artikel 9 verleent de Commissie de bevoegdheid om een gestandaardiseerde presentatie van bepaalde informatie bij uitvoeringshandeling vast te stellen. Zoals verduidelijkt wordt in artikel 9 bis, lid 3, en artikel 9 ter, lid 1, moeten alle bonussen voor bestuurders in ongeacht welke vorm in het beloningsbeleid en in het beloningsverslag aan bod komen. Deze artikelen geven aandeelhouders stemrecht ten aanzien van het beloningsbeleid en het beloningsverslag, waarin wordt beschreven hoe het beloningsbeleid het voorafgaande jaar is uitgevoerd. Het beloningsverslag maakt het gemakkelijker voor aandeelhouders om hun rechten uit te oefenen en dwingt bestuurders om verantwoording af te leggen."
In een groot aantal landen (waaronder Nederland) is het al zo dat de aandeelhoudersvergadering het remuneratiebeleid mag vaststellen.  Barnier gaat echter een stap verder want hij wil een betere en jaarlijkse verantwoording in de vorm van een beloningsverslag waar de aandeelhouders over kunnen stemmen. In het beloningsbeleid moet een maximaal beloningsniveau voor bestuurders zijn opgenomen. Ook moet worden toegelicht in hoeverre dit beleid de langetermijnbelangen en duurzaamheid dient.
In het Verenigd Koninkrijk geldt die verantwoordingsplicht en goedkeuring door aandeelhouders overigens al, maar daar is deze opgenomen in de UK Corporate Governance Code (de vrijwillige gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen).
We zien hier dus dat de Europese wetgever niet langer meer genoegen neemt met vrijwilligheid, maar deze maatregel verplichtend in de wet opneemt.
Overigens functioneert say-on-pay al sinds 2011 in de Verenigde Staten, maar dan alleen als een advies van de aandeelhouders, dat het bestuur naast zich neer kan leggen.
Overigens blijkt uit onderzoek van Jesse Eissinger dat dit geen effect heeft gehad op de hoogte van de bestuurdersbeloningen.
Ook collega Bainbridge is niet overtuigd van het nut van deze maatregel:
"Proponents of H.R.1257 or similar federal legislation entitling shareholders to vote on executive compensation must carry their burden of proving three distinct claims: First, that there is an executive compensation problem justifying legislative intervention. Second, say on pay is an effective solution to the problem. Third, that any such legislative intervention should be imposed at the federal level. 
If any of these claims fail, the case for a federal say on pay law collapses. In these remarks, I hope to demonstrate that none of the three holds up to close examination."
Ik merk op dat wij in Europa geen adviserende maar een beslissende bevoegdheid geven aan aandeelhouders over de goedkeuring van de beloning van bestuurders.
Daarnaast moet de het ondernemingsbestuur gaan verantwoorden waarom een directeur zoveel meer verdient dan de gemiddelde werknemer, waarbij het bestuur ook nader moet ingaan op de verhouding tussen het loon van de gemiddelde werknemer en de bestuurderssalarissen.
Ik merk op dat met deze maatregel de baas-koelie ratio in de Europese Unie zijn intrede heeft gedaan.
Over het vermeende nut daarvan heb ik al eerder geschreven, maar dan in negatieve zin.

Naar mijn mening ontbreekt de empirische onderbouwing van de deze maatregel van de commissie.
Het is mooie retoriek, die tegemoet aan een niet te onderkennen volkswoede over de hoge beloningen van bestuurders.

Pas toe of leg uit
Tegelijk met de richtlijn heeft de Europese commissie ook een aanbeveling gedaan over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance.
In het actieplan van 2012 over Europees vennootschapsrecht en corporate governance werd het belang van kwalitatief goede toelichting onderstreept, met name voor investeerders, en werd een initiatief van de Commissie aangekondigd ter verbetering van de kwaliteit van rapportage over corporate governance en de kwaliteit van de toelichtingen in het bijzonder.
De commissie meent:
"Passende informatie over afwijkingen van de relevante codes en over de redenen voor deze afwijkingen is zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat belanghebbenden met kennis van zaken beslissingen kunnen nemen over ondernemingen. Deze vermindert de informatieasymmetrie tussen de bestuurders en de aandeelhouders van een onderneming en doet derhalve voor deze laatsten de kosten voor controle dalen. De ondernemingen zouden duidelijk moeten aangeven van welke aanbevelingen van de code zij zijn afgeweken en voor elk geval toelichting moeten geven over de manier waarop de onderneming is afgeweken, de redenen voor de afwijking, de manier waarop de beslissing om van een aanbeveling af te wijken, tot stand is gekomen, het tijdskader van de afwijking en de maatregelen die zijn genomen om ervoor te zorgen dat het optreden van de onderneming consistent blijft met de doelstellingen van de aanbeveling en van de code.
Bij het verstrekken van die informatie zouden ondernemingen moeten vermijden gebruik te maken van gestandaardiseerde taal en moeten ingaan op de specifieke context van de onderneming die de afwijking van een aanbeveling verklaart. De toelichting zou gestructureerd moeten worden en zodanig moeten worden gepresenteerd dat zij gemakkelijk kan worden begrepen en gebruikt. Op deze manier zullen aandeelhouders gemakkelijker een constructieve dialoog kunnen aangaan met de onderneming.
Een doeltreffende „pas toe of leg uit”-aanpak vereist een efficiĆ«nte controle om ondernemingen te motiveren een corporate-governancecode na te leven of de niet-naleving ervan toe te lichten. In het groenboek van 2011 werd vastgesteld dat de door ondernemingen opgestelde verklaringen inzake corporate governance niet naar behoren bleken te worden gecontroleerd en dat weinig lidstaten overheidsinstanties of gespecialiseerde organen de volledigheid van de verstrekte informatie, en met name de toelichtingen, lieten controleren."
Ik merk op dat ook in ons land de verschillende monitoringcommissies kritische geluiden hebben laten horen over de kwaliteit van de toelichting van afwijkingen van de Nederlandse Corporate Governance Code. Tot nu toe heeft dat nog niet echt tot verbeteringen geleid. Het is de vraag of deze aanbevelingen van de Commissie wel resultaat boekt.

Conclusie
Zoals altijd vraag ik mij bij voorgestelde wetswijzigingen af of dit tot beter functionerende ondernemingen leidt. Dat is in ieder geval voor "say on pay' nogal discutabel.
De overige maatregelen heb ik niet behandeld, om deze bijdrage niet al te lang te maken.
De reactie van Eumedion, de vereniging van zakelijke beleggers, was in ieder geval positief.
De aanbevelingen over "'pas toe of leg uit" zijn op zich goed, maar het blijft de vraag wat er in de praktijk mee gaat gebeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten