woensdag 14 mei 2014

Rechtszaak wanbeleid Van der Moolen

Vandaag heeft in Amsterdam de eerste zitting plaats tegen de voormalige bestuurders en commissarissen van beurshandels Van der Moolen.
Op basis van een vernietigend onderzoek van de Ondernemingskamer wordt hen onbehoorlijk bestuur c.q. onbehoorlijk toezicht aangerekend door de curator.
De wettelijke grondslag voor de claims van 126 miljoen euro is gelegen in artikel 2:138 en 2:9 BW en wordt uiteengezet in een meer dan 110 pagina's tellende dagvaarding.
In een eerder weblog schreef ik al uitgebreid over deze zaak.
Behalve oud-topman Den Drijver zijn ook adviseur Hans Kroon en commissarissen Martin McNally en Gerrit de Marez ­Oyens en oud-cfo Michiel Wolfswinkel gedagvaard. 

Uit het 9e openbaar verslag van de curator is overigens te lezen dat verzekeraar AIG de verzekeringsdekking van bestuurders Den Drijver en Kroon heeft geweigerd.
Curatoren zijn nog in overleg, maar het valt te vrezen dat er bij deze twee gedaagden weinig te halen valt.
Tot nu toe hebben curatoren nog maar een klein deel van de enquĂȘte kosten van 436.000 euro bij hen kunnen incasseren. Zoals zij in het 8e verslag stellen . . "Dat kost de nodige moeite. Den Drijver woont in Marokko, Kroon in Monaco, en van vrijwillige medewerking is geen sprake."
Volgens het 9e verslag schijnt Den Drijver overigens nu weer in Spanje te wonen. Beiden verdachten zijn in ieder geval niet bereid tot enige medewerking tot nu toe en dat zal ook wel betekenen dat zij niet op deze zitting zullen verschijnen.
Daar komt nog bij dat ook verzekeraar AIG aan de curator heeft aangegeven dat voor gedaagden Den Drijver en Kroon verzekeringsdekking werd geweigerd.

Als kanttekening bij deze zaak wijs ik er op dat het succesvol aansprakelijk stellen van verdachten geen geringe opgave is.
Er moet bewezen worden dat hen een ernstig verwijt voor hun handelen kan worden gemaakt en dat is geen gemakkelijke zaak. Aangezien de dagvaarding bij mij niet bekend is kan ik geen analyse maken van de aangedragen feiten.
Een tweede kanttekening is dat het ook niet zeker is dat de aansprakelijkheidsverzekering zal uitkeren.  Daarvoor is het gedrag van betrokkenen  dat ten grondslag ligt aan de aansprakelijkheidsstelling van groot belang. Heeft bijvoorbeeld een bestuurder gehandeld met het oogmerk om schadelijke gevolgen te bewerkstelligen geen aanspraak kunnen maken op een uitkering van de verzekering. Dat geldt ook indien er is gehandeld om een bepaald doel te bereiken in de wetenschap dat dit handelen schade voor de vennootschap of derden zal veroorzaken.
Samenvattend: wanneer de rechter oordeelt dat er geen sprake is van opzet zal de verzekering uitkeren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten