zondag 24 november 2013

Zwitsers verwerpen de "baas-koelie" ratio van 1:12

De Tinbergen-norm – ook wel de ‘baas-koelie’-ratio genoemd – houdt in dat een verhouding van het laagste en hoogste inkomen in een bedrijf groter dan 1:5 contraproductief is.  Een te groot verschil zou volgens Tinbergen slecht uitpakken voor een bedrijf (en voor een land) doordat de verhoudingen verzuren en een contraproductief effect resulteren.
Deze norm uit de jaren zeventig van de vorige eeuw is overigens nooit in de praktijk gebracht.
Managementgoeroe Peter Drucker vond dat een topbestuurders niet meer mocht verdienen dan 25 keer het gemiddelde salaris in de onderneming. Later stelde hij dat bij tot 20 keer, overigens zonder onderbouwing.

Het 1:12 initiatief
In het keurige Zwitserland willen ze nu een moderne variant gaan invoeren van deze norm. Het zogenoemde 1:12 initiatief, ingediend door jonge socialisten, vraagt in een referendum op 24 november aan het Zwitserse volk om elk salaris dat meer bedraagt dan 12 keer het salaris van de laagst betaalde werknemer onwettig te verklaren.

Dit onder het motto: de top hoeft in een maand niet meer te verdienen dat wat de basis in een heel jaar mee naar huis krijgt. Voor alle duidelijkheid, dit voorstel geldt voor alle ondernemingen, niet alleen de beursgenoteerde.

De Zwitsers hebben zich de laatste jaren steeds meer gestoord aan de miljoenenbonussen in vooral de farmasector en het bankwezen. Een voorbeeld is beloning van 72 miljoen Zwitserse franken voor de vertrekkende topman van Novartis, onder voorwaarde dat hij 6 jaar lang niet voor de concurrentie zou werken. Onder de publieke druk werd dit plan geschrapt voor een bescheidener uitkering van 5 miljoen.


Tegenstanders
De zakenwereld heeft zich overigens fel verzet tegen het voorstel.
Dat is de manier om ondernemingen het land uit te jagen. Zo zeggen de bestuurders van grondstoffenhandel Glencore Xstrata en transporteur Kuehne + Nagel International AG.Loonvorming mag niet door wetgeving worden "gedicteerd', dat is voorbehouden aan commissarissen en aandeelhouders. Bovendien, de beste bestuurders lopen mogelijk weg als er in het buitenland meer te verdienen valt.zo zegt een voorzitter van de werkgeversvereniging.
De topverdieners zijn grote belastingbetalers en dragen bij aan de welvaart, waar juist de minstbedeelden van profiteren. Zo berekende de Universiteit van St. Gallen dat de belastingopbrengsten met 1.5 miljard frank per jaar zouden dalen omdat de maatregel de salarissen van de top 2% zouden aanpakken en die betalen ongeveer 47% van de directe federale belastingen.
Het wordt zo heel moeilijk om de hoofdkantoren van nieuwe onderneming naar Zwitserland te krijgen en zo nieuwe banen te creëren, zegt de topman van Adecco.
Eindstand
Volgens de laatste berichten in de Tribune van Genève van verwerpen de Zwitsers dit voorstel met 65%.
De indieners van het voorstel zeggen overigens dat zij doorgaan met hun poging een einde te maken aan de groeiende kloof tussen rijk en arm.
De kloof was in 1998 nog maar 1:13 en is nu 1:43 volgens gegevens van de Swiss Trades Union Association.
Volgens hen hebben de bedrijven de stemmers bang gemaakt en gaat de partij nu nieuwe manieren verzinnen om 'excessieve lonen' tegen te gaan. 

Navolging
Niet alleen in Zwitserland bestaat er weerstand tegen de extreem hoge beloningen van topbestuurders.
De Franse president Hollande wil een limit van 1:20 stellen aan het salaris van bestuurders in door de staat gecontroleerde bedrijven.
De Spaanse sociaal Democraten hebben de 1:12 ratio aanvaard als onderdeel van hun economisch beleid.
Ook in ons land is vooral de Socialistische Partij sterk gekant tegen de al maar stijgende beloningen van topbestuurders. Daarbij zien we vanuit de overheid dat er steeds sterker wordt gestuurd op de Balkenende-norm.

Conclusie
Vanuit het perspectief van corporate governance is een doordacht systeem van vaste en variabele beloning een goed middel voor aandeelhouders om er voor te zorgen dat bestuurders harder werken. Voor de variabele beloning geldt als argument dat een deel van de beloning van het topmanagement kwantificeerbaar afhankelijk zijn van wat de aandeelhouders aan hun inspanningen verdienen.
Daarnaast is prestatiebeloning bedoeld om het agency-probleem tussen werknemers en bazen op te lossen door ze harder te laten lopen en in de goede richting.

Waar de commotie vooral om gaat is dat het totale beloningspakket van topbestuurders onverminderd blijft groeien en dat de afstand tussen hen en de rest van de gewone werknemers steeds groter wordt.
Daardoor is er steeds minder draagvlak voor excessieve salarissen in de samenleving.
Vooral nu we in een economische recessie zitten en veel werknemers er niets meer bij krijgen en bang zijn hun baan te verliezen.
Zo wordt het beloningsvraagstuk een maatschappelijk vraagstuk waarachter een flinke boosheid schuil gaat.
Tegelijkertijd is het ook een onderwerp dat zich uitstekend leent voor een populistische benadering. Want evenals de Tinbergen norm en de norm van Peter Drucker, berust het 1:12 initiatief niet op enige empirische onderbouwing.
Daarnaast is het nogal ondoordacht, niet alleen vanwege de negatieve effecten, maar vooral ook omdat alleen de hele groep ondernemers hierdoor wordt geraakt. Buitenschot blijven de vrije beroepen zoals advocaten, notarissen en medici, de artiesten, grote sportmensen e.a. veelverdieners.

Niettemin lijkt mij dat we in de toekomst wel vaker met dit soort initiatieven te maken zullen krijgen, doordacht of niet.
Het wordt dan ook voor de raden van commissarissen steeds belangrijker om een verantwoord, duurzaam en transparant beloningsbeleid neer te leggen.
Bovendien moet dat ook nog eens goed zijn uit te leggen aan een steeds kritischer wordende samenleving.
Dat zal niet meevallen denk ik dan, want eerlijk gezegd is de ratio achter veel van de buitensporige beloningen ver te zoeken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten