De rechter acht hen schuldig aan oplichting, verduistering, witwasserij en het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven . Ze hebben Nederlandse en Belgische beleggers voor bijna $120 miljoen beduveld. Dus is voor beiden een celstraf van 3 jaar en 7 maanden op z'n plaats, zo vonnist de Amsterdamse rechtbank. Hun huisadvocaat Koen Blom kreeg een half jaar gevangenisstraf wegens oplichting en valsheid in geschrifte.
Daarbij zijn verdachten ontzet van de uitoefening van het optreden als aanbieder van een financieel product of financieel instrument, dan wel het optreden als financiële dienstverlener voor de duur van vijf jaar, nadat verdachten hun gevangenisstraf hebben uitgezeten.
In een eerder weblog schreef ik al over deze zaak.
De zaak
Het gaat hier om de grootste Nederlandse beleggingsfraude ooit volgens de FIOD, Er is 225 miljoen dollar verdwenen met ruim 1000 voornamelijk Nederlandse en Belgische benadeelde particuliere beleggers. Zoals de rechtbank stelt:
"Het onderzoek in deze strafzaak richt zich op fraude rondom investeringsproducten. Vanaf begin 2007 bood Qi investeringsproducten aan met betrekking tot life settlements (door de verzekerde verkochte aanspraken op Amerikaanse levensverzekeringen). Een participant ontving in ruil voor zijn inleg een recht op een deel van de uitkering van de levensverzekering van een derde, waarin hij samen met anderen investeerde.
Een risico bij dit soort investeringsproducten is dat de verzekerde langer blijft leven dan op basis van de levensverwachting werd verwacht, zodat de uitkering langer uitblijft dan verwacht én de levensverzekeringspremie langer moet worden betaald dan verwacht. De kern van de producten van QI, en daarmee haar unique selling point, was dat zij dit risico voor de participanten had afgedekt. QI bood producten aan met een beperkte looptijd (meestal drie tot vijf jaar) en als de verzekerde aan het eind van die looptijd niet was overleden, zou een contraverzekeraar de waarde van de levensverzekering uitkeren aan de participanten. Het recht op uitkering van de levensverzekering zou daarmee overgaan naar de contraverzekeraar. Volgens QI was het risico dat de contraverzekeraar op zich nam herverzekerd bij een poule van gerenommeerde verzekeringsmaatschappijen."
Voor de aanbieders van het product zat de winst in de marge die werd gemaakt tussen de prijs waarvoor de levensverzekering werd aangekocht en de prijs waarvoor hij aan de participanten van QI werd verkocht. volgens de rechtbank ging dat om forse marges (zonder overigens aan te geven hoe hoog die waren). De levensverzekeringspolissen werden aan QI verkocht door Watershed LLC, een vennootschap naar het recht van de Seychellen en gevestigd in Dubai. Watershed kocht de polissen en QI verkocht deze aan haar klanten. Door middel van een winstdelingsovereenkomst deelden verdachten mee in de winst. Watershed ontving 60% van de marge en QI ontving 40% van de marge, zo blijkt uit een brief van de advocaten van QI aan de AFM en uit het vonnis van de rechtbank.
Waar ging het mis?
Zoals de rechtbank stelt zijn de levensverzekeringen gekocht, en de premies daarop betaald en is ook de herverzekeraar PCI betaald. Daarmee zijn de inleggelden van de participanten besteed aan de doelen die zijn voorgespiegeld.
De kernvraag in de zaak is of de verdachten wisten dat de contraverzekeringen bij PCI in feite niets waard waren.
De rechters oordelen dat de verdachten wel onzorgvuldig zijn omgesprongen met de belangen van de participanten, dat ze daar veel geld mee verdiend hebben, maar dat dit niet betekent dat zij de deelnemers opzettelijk hebben misleid tot en met 2009. Overigens waren er toen al ernstige bedenkingen over deze herverzekeraar.
Begin 2009 gaan de verdachten over tot een valse voorstelling van zaken over de uitkeringen van PCI. De uitkering van een polis kwam niet van PCI maar van verdachten zelf. In 2010 wordt de directeur van PCI aangehouden en is er feitelijk geen sprake meer van een herverzekering van risico's.
De rechtbank stelt dan ook dat vanaf 2009 geld is ontvangen dat door oplichting is verkregen omdat er geen sprake meer was van een reële herverzekering door PCI.
Begin 2009 gaan de verdachten een valse voorstelling van zaken geven door te stellen dat herverzekeraar PCI wel degelijk uitkeert, terwijl dit niet het geval is. De uitkeringen worden betaald uit de ingelegde gelden van de participanten.
Ik begrijp de redenering van de rechtbank, maar plaats er wel de kanttekening bij dat al vanaf het begin QI geen enkele betrouwbare herverzekeraar kon vinden om het langlevenrisico te dekken. Geen enkele van de gerenommeerde verzekeraars wilde een dergelijk risico verzekeren. Uiteindelijk belandde QI bij een bedenkelijke verzekeraar Albatross in Italië in 2004 en pas later bij PCI, terwijl tegen deze partij al de nodige kanttekeningen konden worden geplaatst.
In feite is dat ook het standpunt van het OM, die verdachten verwijt dat zij al vanaf het begin frauduleus bezig waren, omdat het vrijwel onmogelijk was het langlevenrisico te herverzekeren. Dat betekent dat beleggers zijn misleid en dat er wel degelijk sprake was van een ponzifraude, omdat het langlevenrisico door de beleggers zelf werd gedragen en uiteindelijk betaald.
Het zou mij dan ook niet verbazen dat het OM om die reden in hoger beroep gaat.
Temeer omdat door het benoemen van het kantelpunt in 2009, meer dan de helft van de omzet van QI feitelijk als legaal wordt bestempeld. Dat betekent dat ook de gemaakte winst wordt gelegaliseerd. Anders gezegd: van de 244 miljoen opgehaalde gelden is rond de 120 miljoen "eerlijk' verdiend.
Wat is de schade?
De 1100 beleggers hebben in totaal 224 miljoen dollar ingelegd. Daarvan is 16,5 miljoen uitgekeerd aan beleggers, dat is nog geen 7%. Van dat ingelegde geld is 50 miljoen aan polissen gekocht, 30 miljoen aan premies betaald en 17.5 miljoen aan de herverzekeraar. Van de inleg blijft dan netto een bedrag over van (224 minus 114) 110 miljoen. Daarvan is het merendeel (32,6 miljoen) besteed aan bedrijfskosten en winst op marge op de verkochte polissen van 35 miljoen. Dat laatste bedrag kwam vooral ten goede aan Frank Laan en Dennis Moens.
Je mag gerust vaststellen dat de totale schade voor beleggers uitkomt op ruim 200 miljoen dollar. Van de ingelegde gelden is immers maar 16.5 miljoen aan beleggers uitgekeerd. Daarmee is dit de grootte fraude tot nu toe in Nederland.
Ter vergelijking: de fraude bij Easy Life bedroeg ongeveer 34 miljoen (opgelegde straffen rond de 5 jaar), de fraude bij Palm Invest bedroeg 26 miljoen (opgelegde straffen rond de vijf jaar).
Deze vergelijking met andere fraudezaken brengt mij tot de conclusie dat de verdachten in zaak Quality Investments er met een relatief lichte straf vanaf komen, gezien de omvang van de fraude. Ook hier zie ik nog wel een mogelijkheid voor hoger beroep van het OM.
Lang geduurd?
De verdachten zijn al in 2011 opgepakt, na een uitvoerig onderzoek van de FIOD maar werden pas 7 jaar later veroordeeld.
De advocaten van verdachten vonden dat de "redelijke" termijn waarbinnen een strafzaak moet zijn afgerond is geschonden. Hiermee wordt gedoeld op het feit dat uitgangspunt is dat binnen twee jaar vanaf de dag dat verdachten werden aangehouden de rechtbank een eindvonnis hoort uit te spreken, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De rechtbank oordeelt dat er in dit geval inderdaad sprake is van bijzondere omstandigheden. Het is in een strafzaak met deze omvang en complexiteit niet redelijk om een termijn van twee jaar als uitgangspunt te nemen voor de berechting.
De gedachte achter achter de "redelijke termijn"-rechtspraak is dat strafzaken niet onwenselijk lang moeten duren.
In een uitgebreid betoog komt de rechtbank tot het oordeel dat een termijn van zes jaar redelijk is en het overschrijden van de termijn met 1 jaar zal worden gecompenseerd bij het vaststellen van de strafoplegging. Uiteindelijk resulteert dat in een korting van 10% op een gevangenisstraf van 4 jaar.
Conclusie
Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk zijn de drie verdachten veroordeeld. Wat mij betreft valt er echter op de uitspraak het nodige af te dingen. Zo is het discutabel dat de rechtbank ervan uitgaat dat er pas sprake is geweest van fraude na het kantelpunt in begin 2009 toen verdachten ten onrechte in de publiciteit brachten dat herverzekeraar PCI had uitgekeerd. Ook daarvoor moeten de verdachten hebben geweten dat er geen enkele betrouwbare herverzekeraar te vinden was en dat PCI geen vertrouwenwekkende reputatie had. Door deze opvatting van de rechtbank valt bijna de helft van de omzet van QI te kwalificeren als legaal.
Een tweede kanttekening zijn de relatief lichte straffen en de toegepaste korting van 10% vanwege het overschrijden van de "redelijke termijn." Ik verwacht dan ook dat het OM nog wel in beroep zal gaan.
Wat die redelijke termijn betreft is het nogal zuur dat verdachten nog steeds vrij rondlopen en in feite 7 jaar lang een vrij leven konden leiden. Dennis Moens doet dat in Marbella en leidt daar een prima leven. Frank Laan amuseert zich volgens Quote ook goed.
Mij bekruipt dan de gedachte dat misdaad toch wel loont.
Tenslotte nog dit: het is mij volstrekt onduidelijk hoe het met de verdere afwikkeling van besloten vennootschap Quality Investments is gegaan. Ik kan niet vinden of er een curator is benoemd en of er nog wat geld beschikbaar is voor schadeloosstelling van gedupeerde beleggers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten