vrijdag 18 november 2016

Meavita-zaak moet opnieuw behandeld worden

De Hoge Raad heeft besloten dat de Ondernemingskamer opnieuw moet bepalen of er sprake was van wanbeleid bij de failliete thuiszorgorganisatie Meavita.
Hiermee neemt de Raad het advies over van advocaat-generaal Vino Timmerman, dat in een eerder weblog al door mij besproken is.
Het persbericht meldt:
"De ondernemingskamer heeft op 2 november 2015 geoordeeld dat sprake is geweest van wanbeleid binnen het Meavita-concern en dat de kosten van het voorbereidend onderzoek naar het beleid kunnen worden verhaald op diverse bestuurders en commissarissen. Maar volgens de Hoge Raad was een van de rechters die deze uitspraak deed al met pensioen toen de tekst van de uitspraak werd vastgesteld. Er moet een volledig nieuwe beoordeling van de zaak plaatsvinden. De Hoge Raad maakt ook enkele opmerkingen naar aanleiding van de uitspraak van de ondernemingskamer, onder meer dat voor verhaal van onderzoekskosten op bestuurders of commissarissen is vereist dat hen persoonlijk een verwijt van het wanbeleid kan worden gemaakt."
De Hoge Raad stelt voor wat betreft het laatste vast dat uit de overwegingen van de Ondernemingskamer onvoldoende blijkt in hoeverre zij die verwijtbaarheid heeft betrokken in haar beslissingen.
Voor wat betreft de pensionering van een van de rechters stelt de Hoge Raad:
"Een beschikking wordt gewezen wanneer alle rechters die over de zaak oordelen, de tekst van de uit te spreken beschikking hebben vastgesteld.” "Nadat een rechter is gedefungeerd, kan hij niet meer als ′rechter′ in de zin van deze voorschriften worden aangemerkt.” 
Deze uitspraak volgt het advies van de advocaat-generaal Timmerman volledig, zoals werd verwacht.