woensdag 10 mei 2017

AkzoNobel voor de Ondernemingskamer?

Omdat AkzoNobel voor de derde keer een bod van concurrent PPG heeft afgewezen stapt aandeelhouder Elliott Advisors naar de rechter.
Elliott wil via de rechter afdwingen dat er een bijzondere vergadering van aandeelhouders (bava) bijeengeroepen wordt waarin moet worden gestemd over het aftreden van president-commissaris Burgmans. Ook verzoekt Elliot om een supercommissaris aan te stellen die op de Bava moet toezien.
Daarnaast wordt er om een enquete gevraagd naar het recente beleid bij AkzoNobel rond de biedingen van PPG. Er is volgens Elliot reden te twijfelen aan een juist beleid in het belang van de vennootschap. Akzo heeft geen constructief beleid gevoerd in het overleg en dat is een flagrante schending van de fiduciaire verplichtingen en de Nederlandse wet.
We zullen moeten afwachten hoe de Ondernemingskamer op dit verzoek gaat reageren.
Laat ik me in dit blog concentreren op de vraag of Akzo een Bava had moeten bijeenroepen.

De aandeelhoudersvergadering
Op grond van wetgeving (art. 2:108 lid 1 BW) zijn bestuur en commissarissen ten minste eenmaal per jaar verplicht om verantwoording en rekenschap af te leggen aan de aandeelhouders tijdens de jaarlijks terugkerende algemene vergadering van aandeelhouders (AVA).
Naast de gewone algemene vergadering van aandeelhouders kan ook sprake zijn van een bijzondere aandeelhoudersvergadering. Deze bijzondere vergadering kan tussentijds plaatsvinden op verzoek van zowel aandeelhouders als directie. Dit gebeurt met name op het moment dat er binnen de onderneming belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden waar instemming van de aandeelhouders voor nodig is. Denk hierbij aan fusies, directiewijzigingen of grote investeringen. De wijze van oproeping en stemming behoort in de statuten van de onderneming te zijn geregeld.

Ik merk overigens op dat de mogelijkheid om een Bava aan te vragen ook wettelijk is geregeld. Aandeelhouders die alleen dan wel gezamenlijk ten minste 10 procent van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen kunnen door de rechter op hun verzoek worden gemachtigd tot bijeenroeping van een aandeelhoudersvergadering. De statuten kunnen een lagere drempel bevatten (art. 2:110 BW).

Het opvallende bij Akzo is dat de mogelijkheid tot het bijeenroepen van een bava niet in de statuten is opgenomen. Dat is een opvallende zaak want bij de meeste beursgenoteerde vennootschappen is dat wel het geval, omdat er nu eenmaal sprake is van een wettelijke verplichting.
Betekent dit dat Elliot op 10 april al een fout heeft gemaakt door een bava aan te vragen bij AkzoNobel zelf? Nee, niet helemaal, want het staat het bestuur vrij een dergelijk verzoek op zijn merites te beoordelen en mogelijk af te wijzen.
Als deze mogelijkheid niet in de statuten staat en het bestuur wijst het verzoek af dan moet Elliott de aanvraag indienen bij de rechter.

Even curieus is dat Elliott nu het verzoek indient bij de Ondernemingskamer. Ik ben geen jurist maar ook dat lijkt me een verkeerde aanpak. Als het recht tot een bava niet in de statuten is opgenomen dient men dat verzoek bij de voorzieningenrechter in kort geding indienen en niet bij de Ondernemingskamer. Die zou pas kunnen worden ingeschakeld als een onderneming in strijd met zijn statuten een bava zou weigeren.

Recht van agendering
Naas het recht een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen hebben aandeelhouders ook het recht tot agendering. Aandeelhouders die alleen dan wel gezamenlijk ten minste drie procent van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen hebben het recht om onderwerpen ter behandeling in de algemene vergadering voor te dragen (art. 2:114a BW).
Aandeelhouders hebben hierdoor de mogelijkheid om het bestuur en commissarissen ter verantwoording te roepen over onderwerpen die voor hen belangrijk zijn. Bestuur en commissarissen kunnen hierdoor de discussie niet meer ontlopen door een dergelijk onderwerp niet op de agenda te zetten. Wel bestaat er een wettelijke termijn van zestig dagen voor een dergelijk verzoek om te reageren.

Ook de Nederlandse Corporate Governance Code besteedt aandacht aan dat recht tot agendering.
Volgens de Code moet de aandeelhouder eerst in overleg treden met het bestuur (Code 4.1.6). Wanneer het een onderwerp betreft dat kan leiden tot een wijziging van de strategie heeft het bestuur de mogelijkheid een redelijke termijn in te roepen om te reageren (responstijd). Indien het bestuur een responstijd inroept is dit een redelijke periode die niet langer duurt dan 180 dagen (Code 4.1.7).
De mogelijkheid tot het inroepen van een responstijd geldt ook indien er sprake is van het bijeenroepen van een algemene vergadering op grond van art. 2:110 BW.

Weigeren verzoek om de inhoud?
AkzoNobel wees het verzoek af en:
noemt de oproep van Elliott 'onacceptabel' en een groot risico voor alle 'stakeholders', onder wie de aandeelhouders. Het idee om Burgmans te vervangen zou 'onverantwoord' zijn, 'buiten alle proporties' en kan 'schade' toebrengen aan AkzoNobel.
Dit roept dan wel de vraag op of AkzoNobel een verzoek tot agendering kan afwijzen op basis van de inhoud.
Zoals in een eerder weblog besproken over de casus van Fugro, kan een agenderingsverzoek niet worden geweigerd vanwege de inhoud ervan. Dat is in strijd met de Europese Richtlijn Aandeelhouders. die niet toelaat dat agenderingsverzoeken inhoudelijk worden getoetst.
Zoals ik toen schreef:
"Zo'n weigeringsmogelijkheid is in feite ook niet nodig.
Indien het bestuur het niet eens is met het agendapunt, of ontwerpresolutie, dan kan het in de aandeelhoudersvergadering proberen de aandeelhouders daarvan te overtuigen. Wordt een resolutie aanvaard dan kan het bestuur besluiten deze naast zich neer te leggen, al of niet met een beroep op art. 2:8 BW (redelijkheid en billijkheid van partijen jegens elkaar)."
Gezien de verhoudingen binnen de aandeelhouderskring betwijfel ik overigens of het voorstel van Elliot ook maar enige kans van slagen had gehad.

Conclusie
Het is voor mij wel duidelijk dat Elliott er alles aan gelegen is dat AkzoNobel het bod van PPG accepteert. Dat is vanuit hun optiek ook wel logisch omdat het hedgefonds sinds maart een aardig aandelenbelang heeft opgebouwd en daar graag winst op wil maken en dat kan alleen als PPG slaagt in zijn bod.
Daarbij wordt geen enkel middel geschuwd, ook niet een persoonlijke aanval op een bekwame en integere voorzitter van de raad van commissarissen.

Ik betreur dat, want het belang van een activistische aandeelhouder weegt voor mij veel minder zwaar dan het belang van AkzoNobel.
Als bestuur en commissarissen van mening zijn dat een zelfstandig voortbestaan beter is dan een overname door PPG dan dient daar de discussie over te gaan.
Het gestook van een korte termijn beursspeculant mag een weloverwogen besluitvorming niet ondermijnen.