maandag 28 april 2014

Afscheid Nyenrode

Deze maand ben ik 68 jaar oud geworden.
Dat is een mooie leeftijd maar het betekent ook mijn afscheid als gasthoogleraar bij Nyenrode Business Universiteit.
De regel aldaar is dat bij de leeftijd van 68 wordt gestopt met het actieve hoogleraarschap.
Ik zal dat missen want ik heb een mooie tijd gehad in een inspirerende omgeving en daar ben ik de universiteit dankbaar voor.

Ik zal het echt missen want ik vind de universiteit een geweldige omgeving om actief deel van uit te maken.
Niet alleen de ceremonies (ik ben dat mannetje met de gele sjerp), maar ook het lesgeven, het wetenschappelijke onderzoek en de gesprekken met collega's.

Dat neemt niet weg dat ik nog lang niet achter de geraniums wil gaan zitten.
De gezondheid is prima en het denkvermogen ook.
Daarbij ben ik nog steeds uitermate productief als wetenschapper, getuige de tweede herziene druk van mijn boek die op 1 maart verscheen en mijn andere publicitaire activiteiten zoals dit weblog.
Daarbij vind ik het bijzonder leuk om nog in de universitaire gemeenschap rond te lopen.

Dat laatste kan ik gelukkig deels blijven doen want ik blijf nog verbonden aan het Nyenrode Corporate Governance Instituut.
Voor de rest zien we wel wat er allemaal nog te doen is in het mooie vakgebied van corporate governance.
Als ik zie dat de 67-jarige Cohen aan een hoogleraarschap begint in Leiden en dat de 70-jarige Huub Willems als bijzonder hoogleraar nog steeds actief is in Groningen, moeten er nog mogelijkheden zijn in binnen- of buitenland.
Ook voor gastcolleges, lezingen en advies kunt u nog altijd bij me terecht!!

maandag 7 april 2014

De AFM wil partnermodel accountantskantoren aanpassen

Bij monde van bestuurder Gerben Everts, heeft de AFM vandaag kenbaar gemaakt dat het besturingsmodel van accountantskantoren zou moeten veranderen. Volgens een interview met het FD:
"Everts vindt dat de accountantskantoren snel moeten veranderen omdat hun 'license to operate' al een paar jaar ter discussie staat. Achtergrond van die discussie zijn de financiële crisis van 2008, boekhoudaffaires en rapporten van de AFM waaruit blijkt dat de kwaliteit van het accountantswerk in Nederland niet aan de maat is."
Ook stelt Everts:
"Verbetering en versterking van het bestuur is daarbij een essentiële aanvullende stap die nodig is om de ingezette kwaliteitsverbetering te versnellen, aldus Everts. 'Hoe kan het dat het bestuur steeds van de toezichthouder moet horen dat er tekortkomingen zijn in de kwaliteit. Dat toont aan dat de interne beheersing nog onvoldoende is."
De AFM-bestuurder pleit daarom voor drie veranderingen. In de eerste plaats dienen bestuurders 100% toegewijd te zijn aan hun bestuurstaken. Nu hebben zij vaak ook nog verantwoordelijkheid voor bepaalde klanten.
Everts zou ook graag zien dat het bestuur van de kantoren open gaat voor buitenstaanders. 'Nu wordt iemand bestuurder omdat hij een goede accountant is. Maar is een goede accountant ook een goede bestuurder?' Ten slotte pleit hij voor een raad van commissarissen, met onafhankelijke leden, die bestuurders kan benoemen en ontslaan.

Los van de vraag of Everts als bestuurder van de AFM wel bevoegd is om over de besturingsstructuur van accountantskantoren iets op te merken, zijn zijn gedachten zeker interessant.
Dat de kwaliteit van de accountantscontrole beter moet is buiten twijfel. Niet alleen de AFM maar ook andere toezichthouders in Amerika en Engeland  komen regelmatig met negatieve rapporten over de kwaliteit van de uitgevoerde jaarrekeningcontroles. Recent nog maakte IFIAR, de club van internationale toezichthouders, bekend dat de kwaliteit van accountantscontroles wereldwijd onder maat is. Voornaamste conclusie: accountants keuren jaarrekeningen goed terwijl ze te weinig informatie hebben verkregen om die goedkeuring op te baseren.
Deze geluiden horen we al veel langer en daarom is het verbazingwekkend dat deze voortdurende negatieve kritiek zichtbaar nooit heeft geleid tot enige verbetering in de kwaliteit.

Mijn zeer gewaardeerde collega Marcel Pheijffer heeft daar al menig weblog aan gewijd op de website van www.accountant.nl, en ook hij heeft gereageerd op de boodschap van Everts. Ik merk daarbij op dat hij achter de voorstellen van Everts staat.

Ik zal mij beperken tot de vermeende voor- en nadelen van de voorgestelde governancestructuur.
Ik heb me overigens al eerder negatief uitgelaten over de pogingen van het NBA-bestuur om een governance-code voor accountantskantoren te introduceren.
Ook het initiatief van Everts valt in dezelfde categorie te plaatsen en wel in de betekenis dat ook hij vindt veranderingen in de governancestructuur noodzakelijk zijn en bovendien dat accountantskantoren qua bestuur meer moeten gaan lijken op normale bedrijven.

Dat laatste argument lijkt mij allereerst nogal overdreven want ook bij "normale" bedrijven zien we genoeg voorbeelden van slecht bestuur, ondanks een zwaar opgetuigde RvC, een flexibele arbeidsmarkt voor bestuurders die veelal van buiten komen en een cohort op eigenbelang beluste aandeelhouders.
Everts vergeet dat een gekozen juridische structuur zowel voor- als nadelen heeft. Het partnermodel heeft als voordeel dat er een groep belanghebbend is bij de onderneming die nauw betrokken zijn bij het bestuur (als partner) en veel te winnen en te verliezen hebben bij het wel en wee van de onderneming bij wie ze betrokken zijn. In dat opzicht is partnermodel veel sterker dan het aandeelhoudersmodel met heel veel slecht geïnformeerde en ondeskundige betrokkenen op afstand (aandeelhouders) die in het uiterste geval alleen kunnen stemmen met de voeten.
Een partnermodel zou eigenlijk het optimale bestuursmodel moeten zijn voor het vrije beroep en is dat ook in veel andere sectoren waaronder de advocatuur en de consultancy.

Voor wat betreft de veranderingen in de governancestructuur pleit Everts voor een raad van commissarissen met onafhankelijke leden die bestuurders kan benoemen en ontslaan.
Mijn eerste reactie zou zijn dat dit volkomen haaks staat op een maatschap met vennoten die uit hun midden zelf hun bestuurders kiezen. Bovendien lijkt het me onwaarschijnlijk dat de partners dit recht uit handen zullen geven aan een stel commissarissen van buiten. Waarom zouden deze dat beter kunnen dan zijzelf? Daarbij komt nog dat Everts blijkbaar aanneemt dat hierdoor de bestuurders meer onafhankelijk kunnen zijn van de partners door tussenkomst van een raad van commissarissen.
In de dagelijkse governancepraktijk zie ik deze bewering niet onderbouwd. Aandeelhouders kunnen bestuurders benoemen en ontslaan, al of niet op voordracht van commissarissen. De vermeende isolatie van bestuurders van aandeelhouders door Everts is daarom een fictie.

Tenslotte vindt Everts dat het bestuur van accountantskantoren meer moet openstaan voor buitenstaanders. Ik citeer uit het interview: "Nu wordt iemand bestuurder omdat hij een goede accountant is. Maar is een goede accountant ook een goede bestuurder?"
In mijn ervaring met de praktijk van grote accountantskantoren wordt er niet zonder meer gekozen voor een "goede" accountant, maar wel degelijk voor een partner met bestuurlijke kwaliteiten. Daarbij zitten in het bestuur ook bestuurders afkomstig uit de adviespraktijk (fiscaal en consultancy) en niet alleen accountants.

Kortom, er zijn nog wel wat kanttekeningen te plaatsen bij de proefballon van Everts, want meer kan ik het echt niet noemen. Het lijkt aardig maar is nogal slecht doordacht.
Ook zie ik niet in hoe deze veranderingen opgelegd kunnen worden aan het beroep als de kantoren dat niet zelf willen doen. De overheid of een toezichthouder kan niet zomaar ingrijpen in een privaatrechtelijk bestuursmodel en al helemaal niet als dat slecht onderbouwd is. Mogelijk kan dat alleen voor de controletaak van accountants, maar dat is maar een deel van de totale activiteiten van accountantskantoren die voortduren steeds meer adviestaken opbouwen.

Tenslotte nog is het onwaarschijnlijk dat deze structuurveranderingen het structurele probleem van slechte jaarrekeningcontroles oplossen. We hebben blijkbaar te maken met een beroepsgroep die zijn eigen kernfunctie niet langer meer serieus neemt. Integendeel, de kantoren investeren volop in allerlei nieuwe adviesdiensten en verwaarlozen klaarblijkelijk hun voornaamste reden van bestaan, de controle van jaarrekeningen.
Daarvoor heeft de vrije markt allang een oplossing bedacht: bedrijven die niet meer adequaat voldoen aan de vraag in de markt zullen vanzelf verdwijnen. Anders geformuleerd, als de partners van accountantskantoren collectief hara kiri willen plegen door het leveren van een slecht controleproduct dan moet dat dan maar. Alhoewel de AFM wel degelijk sancties kan opleggen zoals het opleggen van boetes of het intrekken van de vergunning.

Het antwoord is volgens mij aan de concurrentie die er wel in slaagt een goede kwalitatieve en betrouwbare controle van de jaarrekening te bieden tegen aanvaardbare kosten.
Ik ben er te oud voor, maar ik zou nog graag een audit-only kantoor beginnen met gemotiveerde en hooggekwalificeerde professionals en partners.
Wedden dat dit een hele andere cultuur en gedrag bewerkstelligt dan de beoogde governancestructuren van Everts?
Wedden dat dit aloude professionele model van een vrij en gerespecteerd beroep wel leidt tot een betere kwaliteit!