dinsdag 31 januari 2012

De magische wasmachine

Een van mijn helden is Hans Rosling met zijn enorme vermogen om cijfers levend te maken maar ook om allerlei mythes te ontzenuwen.
Een van zijn aardigste lezingen is die over de magische wasmachine en wat die ons heeft gebracht.



U kunt meer van zijn boeiende lezingen vinden op www.gapminder.org.

donderdag 19 januari 2012

Wettelijk toezicht op vrijwillige gedragscodes?

Is toezicht nodig?
Het toezicht op de verklaringen inzake corporate governance die bedrijven publiceren lijkt te wensen over te laten. Althans dat valt te lezen in Groenboek over het EU-kader inzake corporate governance dat in 2011 werd gepubliceerd. Overigens ontbreekt empirisch bewijs voor deze bewering, maar wordt volstaan met het argument dat beleggers weinig actie ondernemen, ook zonder dit te staven.

Volgens dat rapport . . "zijn er maar weinig lidstaten waar overheidsinstanties of gespecialiseerde instanties controleren of de verstrekte gegevens (in het bijzonder de toelichtingen) volledig zijn."
“Naleven of motiveren” zou veel beter kunnen functioneren als de toezichthoudende instanties, zoals effectentoezichthouders, aandelenbeurzen of andere autoriteiten63, gemachtigd zouden worden te controleren of de beschikbare gegevens (in het bijzonder de toelichtingen) voldoende informatief en volledig zijn."
Vervolgens wordt de volgende vraag gesteld in het Groenboek
25. Bent u het ermee eens dat de toezichthoudende instanties moeten worden gemachtigd de informatiekwaliteit van de toelichtingen in de verklaringen inzake corporate governance te controleren en ondernemingen zo nodig te verplichten de toelichtingen aan te vullen? Zo ja, welke rol moeten zij precies hebben?
 Nu wil het niet hebben over het schijnbare gemak waarmee eurocommissaris Barnier, verantwoordelijk voor het Groenboek, tot ondoordachte conclusies komt. Ik vind de vraag wel interessant of  toezichthoudende instanties (AFM, aandelenbeurzen of andere autoriteiten)  gemachtigd zouden moeten worden te controleren of de beschikbare gegevens voldoende informatief en volledig zijn.
Daarom zet ik de antwoorden op deze vraag van Engeland, Duitsland en ook Nederland voor u op een rij.

Het antwoord van Engeland
Dit land is tegen toezicht met als argument dat een beoordeling van de toelichting waarom een regel uit een corporate governance niet werd gevolgd het beste kan worden overgelaten aan de kapitaalmarkt en aan aandeelhouders. Het zijn uiteindelijk de aandeelhouders die vaststellen of de uitleg voldoende informatie bevat waarom een onderneming niet volledig aan bepalingen uit de gedragscode voldoet.
Overheid of wetgevers moeten niet in de relatie tussen aandeelhouders en de onderneming treden. Daarom kunnen toezichthouders de rol niet overnemen om de kwaliteit van de verklaringen te controleren. Evenmin kan de informatie over "pas toe of leg uit" onder juridische dwang worden gebracht.
Het is beter als men niet kiest voor toezicht maar voor "guidance' of te wel een leidraad, kaders, advies, richtsnoeren e.d. van gezaghebbende instanties.

Het antwoord van Duitsland
Ook dit land is de mening toegedaan dat toezicht niet nodig is en dat de markt zijn werk moet doen.
Net als wij kent Duitsland een systeem met een gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen waarin "pas toe of leg uit" wordt gehanteerd. Volgens Duitsland is het grondprincipe van deze benadering dat niet-verplichte statutaire regelingen worden ontwikkeld door de ondernemingen zelf, \Dat betekent ook dat de naleving onderhevig is aan de tucht van de kapitaalmarkt.
De markt beoordeelt de verklaringen en trekt daar conclusies uit. Zij de verklaringen niet overtuigend of incompleet dan zal de markt zijn conclusies trekken (lees: heeft effect op de beurskoers).

Een ander argument tegen toezicht is dat de Duitsers stellen dat het geld kost en dat toezicht bijzonder terughoudend moet worden uitgevoerd en op basis van een uniforme standaard. Dat laatste leidt tot het risico dat er een ongewenste standaardisatie van "pas toe of leg uit" verklaringen zal gaan optreden. De verklaring hiervoor is dat een toezichthouder bekend zou moeten maken welke verklaringen acceptabel zijn en in welke vorm, Het gevolg daarvan zou zijn dat ondernemingen dit soort uitleg steeds verder gaan formaliseren en standaardiseren.

Het antwoord van Nederland
Ons land heeft 31 mei 2011 zijn reactie gegeven (Kamerstuk 22 112, nr. 1181).
Het kabinet zegt daarin o.a:
"De verplichting om over de naleving van de code in het jaarverslag verantwoording af te leggen, is wettelijk verankerd. Daarnaast is voorzien in de monitoring van de naleving van de code. Daartoe heeft het kabinet de Monitoring Commissie Corporate Governance Code ingesteld. De monitoring commissie brengt ten minste eenmaal per jaar rapport uit over de naleving van de code. Naast de monitoring door de genoemde commissie, houdt de Autoriteit Financiële Markten toezicht op de aanwezigheid van de mededelingen over de code in het jaarverslag en de consistentie van de mededelingen ten opzichte van de financiële gegevens. Er is geen aanleiding voor de aanpassing van het bestaande systeem."
Nu wordt het interessant want naar mijn mening geeft onze regering hiermee niet echt een helder antwoord op de vragen van de Europese Commissie. In feite wordt volstaan met het zeggen dat wij een wettelijke verplichting hebben tot naleving en een wettelijk ingesteld toezichthoudende instantie.
Enige uitleg en argumentatie hiervoor is niet gegeven, maar daarmee wijken wij wel af van de opvattingen van Engeland en Duitsland.
De vraag is waarom?
Dat heeft denk ik alles te maken met onze eigen ervaringen met naleving van onze vorige gedragscode en de daaruit resulterende de taakopdracht van de Monitoring Commissie.
Voor wat betreft de uitvoering van het toezicht wijken wij bovendien ook af van de denkwijze van de Engelsen in de manier waarop deze commissie hiermee te werk gaat.

De historie  van naleving
 De eerlijkheid gebied te zeggen dat het met de vrijwillige naleving van een corporate governance code in Nederland slecht is gesteld. In hoofdstuk 14 van mijn boek "Grondslagen van Corporate Governance' besteed ik hieraan uitgebreid aandacht. Ik citeer:
"De veertig aanbevelingen van de Commissie Peters uit 1997 werden maar slecht gevolgd. Onderzoek in 1998 en 2002 wees uit dat ondernemingen en beleggers nog maar weinig hebben gebakken van een verbetering van het ondernemingsbestuur. Verzuchtend schrijft Peters . . . “Wat is het toch dat de leidinggevenden en toezichthouders van beursfondsen – en hun adviseurs – zo terughoudend maakt ten aanzien van de in de maatschappij levende wensen over transparantie en verantwoording?”
Zelfregulering en vrijbljvendheid zien de rapporteurs van de Commissie Peters als belangrijke verklaringen waarom er zo weinig terecht is gekomen van de aanbevelingen uit 1997.
Tevens maken professionele beleggers (verzekeraars, banken en pensioenfondsen) onvoldoende gebruik van hun aandeelhoudersrechten. Het wetgevende traject is volgens Peters dus effectiever geweest dan het “vrijwillige” traject van de code. Toch is er een wens om weer te proberen via een nieuwe code resultaat te boeken en is er door minister Hoogervorst van Financiën een nieuwe commissie ingesteld onder leiding van de heer Tabaksblat, die het initiatief moet nemen om tot een nieuwe code te komen. "

Hieruit blijkt in ieder geval dat vrijwillige naleving en de tucht van de markt voor ons land niet heeft gewerkt. Toegegeven, dat was een geheel andere tijd en er waren toen ook nog geen grote boekhoudschandalen en of beursschandalen. In ieder geval is er bij de nieuwe gedragscode van Tabaksblat in 2004 tegelijkertijd besloten om een wettelijke verplichting tot naleving vast te leggen en een commissie in te stellen die daarop toeziet.

Taakopdracht Monitoring Commissie Corporate Governance
Volgens het besluit van 6 december 2004 (Staatscourant nr. 241 van 14 december 2004), heeft de Commissie tot taak de actualiteit en de bruikbaarheid van de corporate governance gedragscode te bevorderen (art. 2). In art. 3 staat te lezen dat de Commissie dat doet door onder meer:
  • het tenminste jaarlijks inventariseren op welke en in welke mate de voorschriften van de gedragscode worden nageleefd;
  • zich op de hoogte stellen van internationale ontwikkelingen en gebruiken op het terrein van corporate governance met het oog op convergentie van nationale codes;
  • het signaleren van leemtes en onduidelijkheden.
In de toelichting staat verder te lezen dat de Commissie de mate van naleving van de code zou moeten volgen en eventuele onduidelijkheden moeten signaleren. De reden is . . "De wettelijke plicht tot het aangeven in hoeverre de code wordt nageleefd veronderstelt immers een zekere procedure om de code te actualiseren naar aanleiding van maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Moeten blijven uitleggen waarom beursgenoteerde vennootschappen afwijken van een ernstig verouderde code is niet zinvol."

Hier zien we de argumentatie om in tegenstelling tot de Engelsen en Duitsers wel te kiezen voor toezicht. Het gaat immers niet alleen om de mate naleving maar ook om actualisering van de code en het signaleren van leemtes en onduidelijkheden. Dat is een andere invalshoek dan louter en alleen toezicht houden op naleving.
Daar staat tegenover dat de Engelsen een soortgelijk mechanisme kennen door van tijd tot tijd een commissie in te stellen die tijdelijk een soortgelijke taak heeft als de monitoring commissie.
Hoe staat het dan met het genoemde risico door de Duitsers van standaardisering en formalisering?

Hoe toets je naleving?
De monitoring commissie stelt zelf in haar rapportage over 2011 dat de betekenis die door haar wordt toegekend aan de term ‘naleven’ ruimer dan de betekenis die hieraan toegekend wordt in de nota van toelichting op het door mij geciteerde artikel 3. In die toelichting wordt onder ‘naleven’ het strikt volgen van een bepaling verstaan en onder ‘toepassen’ het strikt volgen van een bepaalde best practice dan wel het geven van uitleg in geval van afwijking.

Volgens de Monitoring Commissie wordt "er ‘toegepast’ als een bepaling strikt wordt gevolgd. Het begrip ‘naleven’ omvat zowel (i) het toepassen van een bepaling, maar ook (ii) het niet-toepassen met gemotiveerde uitleg. Als deze uitleg ontbreekt wordt niet nageleefd.
De mogelijkheid tot het geven van uitleg maakt de naleving van de Code echter niet ‘vrijblijvend’. Elke uitleg moet goed worden onderbouwd. Zoals uit dit rapport zal blijken, vindt de Commissie sommige vormen van uitleg over niet-toepassing niet acceptabel en kwalificeert zij deze uitleg als ‘niet-naleving’."

Het is wat mij betreft de vraag of de commissie met die ruimere interpretatie van naleven niet feitelijk haar boekje te buiten gaat. De reden hiervoor is dat door deze ruimere interpretatie het accent van het taakopvatting van de commissie naar mijn mening meer de kant op gaat van "toetsen' dan van inventariseren. De commissie geeft dat ook impliciet aan door te spreken van monitoring van de naleving in plaats van te onderzoeken. In hoofdstuk 3. "Onderzoek naar kwaliteit van de uitleg" zien we dat de commissie zich heel nadrukkelijk bezighoudt met de vraag of de gegeven uitleg wel ondernemings-specifiek genoeg is en voldoende gemotiveerd. Daarbij moet bedacht worden dat er in onze Nederlandse Corporate Governance Code sprake is van nogal veel "best pratices' in vergelijking met de gedragscodes in andere landen.
Kortom als je jezelf een ruimere taakopdracht toedeelt en toetst aan de hand een vrij gedetailleerde voorschriften in de vorm van "best practices', loop je dan niet steeds meer het risico waar de Duitsers zo bang voor zijn? Dat van verdergaande standaardisering en formalisering.

Conclusie
Ik ben er nog niet uit welke benadering nu beter is. Die van de markt zijn werk laten doen, zonder een wettelijk ingesteld toezichthoudend orgaan of de Nederlandse benadering.
Dat de markt inmiddels zijn werk doet kan niet ontkend worden. We leven nu eenmaal in andere tijden dan die van de Commissie Peters. De markt is geteisterd door boekhoudschandalen en de financiële crisis. Er is bij ondernemingen veel aandacht voor behoorlijk ondernemingsbestuur en het vrijwillig voldoen aan allerlei gedragscodes. Daarbij komt dat veel beleggers nu wel degelijk oog hebben voor een goede corporate governance bij de ondernemingen waarin zij beleggen.
De vraag blijft dan waarom wij in Nederland kiezen voor een systeem dat afwijkt van dat van Engeland en Duitsland. De vraag blijft ook of wij dan niet de risico's gaan lopen die door onze Duitse buren zo nadrukkelijk worden gesignaleerd.
De toekomst zal het leren, maar ik ben benieuwd naar uw commentaar.

zaterdag 14 januari 2012

Ajax en de governance structuur: een update

In een eerder weblog van 9 januari heb ik aandacht besteed aan de nieuwe governance structuur bij Ajax.
In mijn zoektocht naar de nieuwe statuten van de AFC Ajax ben ik daarbij via een zoekopdracht van Google terechtgekomen op de statuten van de avAjax. Daar stonden volgens mij de nieuwe statuten en dan begint in feite de verwarring.
Alles lijkt op een officiële website van Ajax maar dat is het niet. De statuten zien er professioneel uit maar zij niet gedateerd. Bij de vereniging Ajax staan nog steeds de oude statuten op de website en dan denk je dat daar alles het oude is gebleven en dat dat er een nieuwe vereniging is opgericht.

Tot zover het misverstand zoals achteraf blijkt. Ik heb daarover verschillende e-mails gekregen en ook de huisjurist, Ivo Trijbits,  van Ajax heeft me daarover nader ingelicht. Waarvoor mijn dank.

Het zit allemaal toch net even iets anders dan ik dacht.

De vereniging avAjax
Er bestaat inderdaad een vereniging Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax. Uit de statuten blijkt dat deze vereniging een initiatief is van particulieren om gezamenlijk aandelen of certificaten van Ajax NV  te kopen om zo gezamenlijk een stem te laten horen op de aandeelhoudersvergadering van Ajax NV.
Deze statuten bevatten geen datum en dat is er de oorzaak van dat ik ten onrechte dacht dat dit de nieuwe statuten van AFc Ajax waren.
Voor de goede orde, deze vereniging heeft niets van doen met de AFC Ajax.
Voor alle eerlijkheid ben ik er gewoon ingetuind, want ik dacht toch echt dat AFC Ajax een nieuwe vereniging had opgericht. Dat komt vooral omdat deze groep een website heeft ingericht die in alles lijkt op de officiële website.
OF deze vereniging een belangrijke stem krijgt in de aandeelhouders vergadering valt echter te betwijfelen. Er zijn momenteel slechts 9% van de aandelen verhandelbaar op de Amsterdamse effectenbeurs, en bij de Autoriteit Financiële Markten is nog geen melding gemaakt in het register van substantiële deelnemingen. Dat betekent dat het belang van deze vereniging nog niet de 5% heeft bereikt.

De nieuwe statuten van de AFC Ajax
Inmiddels zijn ook de nieuwe statuten van 22 december beschikbaar op de website van de vereniging AFC Ajax.
De belangrijkste wijzigingen zijn dat de ledenraad en het bestuur (oude stijl) zijn samengevoegd tot een nieuw orgaan: de bestuursraad.
Daarnaast hebben de leden van de vereniging ingestemd met het ontkoppelen van verenigingsbestuur en de Raad van Commissarissen. Daarmee komt een einde aan de situatie dat het verenigingsbestuur ook zitting had in de Raad van Commissarissen.
Voor het overige is alles bij het oude gebleven. Het aandelenbezit in de vennootschap van 73% blijft bij vereniging AFC Ajac, evenals het roemruchte bijzonder aandeel.

Wat is er wezenlijk veranderd?
Het belangrijkste is dat bestuurders van de vereniging niet meer automatisch ook lid zijn van de raad van commissarissen van de naamloze vennootschap.
Wie de notulen leest van de BAVA van 25 juli 2011 ziet daarover het volgende opgemerkt:
"In het verleden, vanaf de beursgang in 1998, was het steeds zo dat de drie bestuurders van de vereniging AFC Ajax ook deel uitmaakten van de Raad van Commissarissen. Het stemrecht op de aandelen die de vereniging AFC Ajax houdt in de vennootschap berustte formeel bij de drie bestuurders van de vereniging. Daar zijn vaak vragen over gesteld vanuit een oogpunt van corporate governance."
Men wil met de nieuwe statuten een einde maken aan de personele unie van bestuurders van de vereniging en leden van de Raad van commissarissen.

Waarom geen personele unie?
Over de vraag dit nu echt een slechte zaak is zijn de meningen in het vakgebied corporate governance verdeeld.
Allereerst mogen commissarissen alleen maar handelen in het belang van de vennootschap en niet in het belang van de club. Dat zou het voor de vereniging minder belangrijk moeten maken om hun "eigen" commissarissen te hebben, maar dat is als je de meerderheidsaandeelhouder bent niet helemaal waar. Dan heb je het op de aandeelhoudersvergadering toch een beslissende stem bij de agendapunten die er toe doen zoals: de benoeming commissarissen of zelfs het naar huis sturen van de hele raad van commissarissen.
Er is weliswaar geen personele unie meer tussen bestuurders van de vereniging die tegelijkertijd commissaris van de vennootschap zijn, maar de vereniging is en blijft de baas.

Wel is het voordeel van deze ontkoppeling, dat het niet meer zo is dat als bestuurders van de vereniging tot heengaan worden gedwongen, zij ook niet langer meer commissaris kunnen zijn. Zo is de positie van de commissaris minder afhankelijk geworden van het wel en wee van het bestuur van de vereniging.

Brengt dit meer rust?
We moeten echter niet vergeten dat dit nog geen garantie is voor meer stabiliteit in de vennootschap
en voor de positie van commissarissen.
De huidige raad van commissarissen bestaat immers al uit personen die geen bestuurder van de vereniging zijn. Toch heeft het bestuur van AFC Ajax het vertrouwen in hen opgezegd en zal er op de komende bijzondere aandeelhoudersvergadering van 22 februari over hun aftreden worden gestemd.
Dit demonstreert duidelijk dat onrust in de vereniging altijd zijn invloed heeft op het reilen en zeilen van de vennootschap.
Door het wegvallen van de personele unie kunnen de commissarissen echter wel blijven zitten, totdat ze weggestuurd worden.
Of dat nu zo'n verbetering is waag ik te betwijfelen, want het betekent dat de vennootschap in feite vleugellam is totdat er nieuwe commissarissen zijn benoemd. Dat benoemen wordt aanmerkelijk complexer en gaat langer duren omdat er in de nieuwe situatie altijd de Ondernemingskamer moet worden ingeschakeld. Deze benoemt tijdelijke commissarissen die vervolgens op zoek moeten naar nieuwe commissarissen. Deze moeten dan weer in een nieuwe bijzondere vergadering van aandeelhouders worden benoemd.

woensdag 11 januari 2012

Het domste idee in de wereld: maximalisatie aandeelhouderswaarde?

Zo af en toe duikt er weer een artikel op waarover ik me echt kan verbazen. Zo is er op de website van Forbes een artikel gepubliceerd van Steve Denning met als pakkende titel "The Dumbest Idea In The World: Maximizing Shareholder Value."

Steve baseert zijn verhaal op een recent boek van Roger Martin met de flitsende titel "Fixing the Game." De boodschap van Martin is dat de Amerikaanse economie wordt kapot gemaakt door de foutieve veronderstelling dat het enige doel van een onderneming is de maximalisatie van aandeelhouderswaarde. Dat heeft dan weer geleid tot een ongekende groei in op aandelen gebaseerde beloning en daardoor een excessieve aandacht voor de aandelenmarkt en niet op het echte reilen en zeilen van de onderneming.
Ik vat het boek maar even kort samen want dat hoeft u dat in ieder geval niet meer te kopen, want het is allemaal kortzichtige onzin.

Volgens Martin begon de ellende door een artikel van Jensen en Meckling in 1976 over het agency-probleem met als titel  “Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure.” Daarin betogen zij dat om te voorkomen dat directieleden niet goed hun best doen, ofwel aandeelhouders belazeren, het goed is om hen beloningsprikkels te geven die ze daar vanaf brengen. Kort gezegd geef ze prestatiegerelateerde beloning.

Steve gaat dan prestatiegerelateerde beloning en de compensatie in aandelen en opties op 1 hoop gooien als de oorzaak van alle ellende. Want dat betekent volgens Martine en ook Steve dat daardoor directieleden alleen maar gefixeerd zijn op de aandelenkoers en daardoor op maximalisatie van de beurskoers en op aandeelhouderswaarde.
Dat is helemaal fout volgens beiden, want de ondernemingsleiding moet zich richten op het enige echte doel en dat is tevreden klanten.

Beide heren zitten er helemaal naast.

Waarom prestatiebeloning?
Allereerst staat het toekennen van prestatiebeloning helemaal los van het artikel van Jensen en Meckling.  De echte reden dat men in de VS overging tot prestatiebeloning is omdat het Congres een einde wilde maken aan de volgens hen veel te hoge salarissen van directieleden van beursgenoteerde ondernemingen.
Daarom werd in 1994 belastingwetgeving geïntroduceerd waarin het verboden werd om salarissen van het bestuur hoger dan 1 miljoen dollar als bedrijfskosten aan te merken.

De bedoeling was om al te hoge salarissen van directieleden in te perken. Het gevolg van deze naïeve maatregel was dat veel ondernemingen er toe over gingen om hun bestuursleden voortaan een aanzienlijk deel van de beloning als opties in aandelen te geven, omdat prestatiebeloning niet onder deze regeling viel. Dat daarna de beloningen van bestuursleden tot ongekende hoogte stegen is waar, maar daarvan kun je niet de wetenschap maar wel de commissarissen en directieleden de schuld geven.

Aandelenkoers is niet zo belangrijk
Ten tweede is het bij veel academici nogal populair om op het belang van de aandelenkoers te wijzen als belangrijkste drijfveer voor directieleden. Wie echter de jaarverslagen bestudeert, en met name de delen daarvan die over het beloningsbeleid gaan, moet constateren dat de aandelenkoers zelden wordt genoemd als criterium voor de toekenning van bonussen. Commissarissen weten ook wel dat directieleden daar nauwelijks invloed op hebben.
In tegendeel: daar gaat het bijna altijd over criteria waarop directieleden wel invloed hebben, zoals winstgroei, groei in marktaandeel, klanttevredenheid e.d. Ofwel als je geld verdient voor de onderneming krijg je een leuke beloning.
Wat je iemand betaalt heeft meestal niet veel te maken met hoe je ze betaalt.
Daar komt de verwarring vandaan dat in aandelen gerelateerde beloning leidt tot overmatige fixatie op de aandelenkoers.

Echte doel is winst en groei door tevreden klanten
Ten derde weten alle directieleden heel goed dat hun belangrijkste doel is om hun onderneming tot winst en groei te brengen. Dat heeft ongetwijfeld effect op de beurskoers, maar die directieleden weten ook dat de aandelenkoersen slechts een oppervlakkige en volatiele relatie hebben met de werkelijke financiële prestaties van de onderneming. Daarom zit er niets anders op dan gewoon doorgaan met het verbeteren van de prestaties op de langere termijn.

Dat neemt niet weg, dat veel directieleden buitengewoon veel interesse hebben in de aandelenkoers omdat dit de waarde van de hen toegekende aandelen- en optiepakketten aangeeft.
We weten ook van de boekhoudschandalen dat het omhoog schroeven van de beurskoers een belangrijke reden was om in de boeken te knoeien.

Laten we daarbij ook bedenken dat we hier weer praten over enkele excessen. Voor de overgrote meerderheid van de beursgenoteerde ondernemingen was geen geen sprake van misbruik veroorzaakt door fixatie op de aandelenkoers.

Feit is dat directieleden van ondernemingen zich richten op de markt voor hun producten en diensten en niet op de aandelenmarkt.

Het staat niet voor niets zo omschreven in onze Nederlandse corporate governance code:
De Code gaat uit van het in Nederland gehanteerde uitgangspunt dat de vennootschap een lange termijn samenwerkingsverband is van diverse bij de vennootschap betrokken partijen. De belanghebbenden zijn de groepen en individuen die direct of indirect het bereiken van de doelstellingen van de vennootschap beïnvloeden of er door worden beïnvloed: werknemers, aandeelhouders en andere kapitaalverschaffers, toeleveranciers, afnemers, de overheid en maatschappelijke groeperingen. Het bestuur en de raad van commissarissen hebben een integrale verantwoordelijkheid voor de afweging van deze belangen, doorgaans gericht op de continuïteit van de onderneming. Daarbij streeft de vennootschap naar het creëren van aandeelhouderswaarde op de lange termijn. 
Natuurlijk willen aandeelhouders graag rendement op de door hen gefourneerde bedragen aan de onderneming. Dat betekent hopelijk groei in de beurskoers en dividend. Voor de directie betekent dat hard werken aan continuïteit en groei. Dat is het primaire doel: de rest volgt.

Aandeelhouderswaarde is relevant maar niet dominant
Denning gaat veel te ver als hij het Amerikaans kapitalisme kenschetst als alleen maar gericht op de aandelenkoers. Dat is niet zo (ook niet in Nederland) en laten we ook bedenken dat een florerende aandelenmarkt noodzakelijk is voor verdere economische groei. Wie anders dan de beleggers zijn in staat een onderneming te voorzien van de nodige middelen, middels aandelenkapitaal, om de plannen te verwezenlijken?

Zijn stelling dat directieleden alleen maar leven voor de aandelenkoers in plaats van het leiding geven aan een onderneming is populistisch, onbewezen en volkomen onjuist.
Ik vind het daarbij ook niet echt overtuigend om je te beroepen op een boek van een ander als bewijs, ook al is dat de decaan van bedrijfskundige universiteit in Toronto.

Geloof me als ik zeg dat dat veel academici niet echt weten wat er in het bedrijfsleven speelt.
Geloof me ook als ik zeg dat ook het werk van een academicus niet zonder meer als waarheid moet worden beschouwd.
Dat geldt voor de goede orde ook voor mijn eigen werk.

maandag 9 januari 2012

Ajax BAVA besluit en andere vreemde zaken

AFC Ajax nv zal op 10 februari een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) houden, waar zal worden gesproken over de situatie in de Raad van Commissarissen (RvC) en de directie van het voetbalbedrijf.
Op de agenda van deze BAVA staan twee belangrijke zaken: de voorgenomen benoeming van Louis van Gaal en Martin Sturkenboom en het al dan niet opzeggen van het vertrouwen in de Raad van Commissarissen.

AFC Ajax is een structuurvennootschap en daar gaan aandeelhouders niet ver de benoeming van de directie, maar worden zij daar alleen maar van in kennis gesteld. De aandeelhouders kunnen echter wel de voltallige Raad van Commissarissen (RvC) wegstemmen, conform artikel 24 van de statuten en daarmee ook indirect ook het lot van het voorgenomen benoemingenbesluit bepalen want dat kan dan niet meer worden uitgevoerd.
Gezien het feit dat 73% van de aandelen in handen zijn van de nieuwe vereniging Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax beslist deze over het lot van RvC .

Wat er daarna gaat gebeuren is duidelijk, want conform de statuten zijn de leden van de RvC onmiddellijk ontslagen en zal de hoofddirectie aan de Ondernemingskamer verzoeken tijdelijk een of meer commissarissen aan te stellen. Deze commissarissen krijgen dan tot taak een nieuwe raad samen te stellen.
Na Stork, zou het overigens pas de tweede keer zijn dat aandeelhouders van deze mogelijkheid gebruikmaken. Bij Stork is dat niet doorgegaan vanwege ingrijpen van de Ondermingskamer. Hoe dat bij Ajax allemaal gaat is nog afwachten.
Het zou me niet verbazen als er alsnog een compromis komt (zie de geruchten over geheim overleg tussen Cruijff en van Gaal) en dat aandeelhouders alsnog instemmen.

Rondom deze hele zaak zijn uit het perspectief van corporate governance een aantal zaken opvallend. Want Ajax is de enige beursgenoteerde vennootschap die als primaire business aan voetbal doet.

Wie kiest de commissarissen?
Ik lees nog wel eens in diverse kranten dat de ledenraad van Ajax nieuwe kandidaten aan de aandeelhouders kan voordragen maar dat is niet het geval. De band tussen de vereniging en de vennootschap is met de nieuwe statuten in feite verbroken. Wel kunnen aandeelhouders met meerderheid van stemmen een voordracht afwijzen.
Het is overigens wel een bijzonderheid dat  nog steeds in het reglement van de RvC sprake is dat deze zodanig moet worden samengesteld dat de meerderheid bestaat uit personen die het bijzondere vertrouwen van de vereniging genieten (art. 1.3). Het argument daarvoor is dat een zodanige samenstelling in het belang van de vennootschap is en alle daarbij betrokkenen.

Waar is het bijzondere aandeel gebleven?
Vanuit governance-perspectief heeft de vennootschap ook nog een curiositeit en wel het Bijzonder Aandeel. De houder van dat aandeel kent een aantal opvallende bevoegdheden en wel dat deze besluiten van de Hoofddirectie moet goedkeuren omtrent (art.19.2):
  • wijziging van de handelsnaam van de vennootschap;
  • wijziging van de kernactiviteiten van de vennootschap;
  • wijziging van het logo, de clubkleuren rood-wit en/of het tenue gedragen tijdens thuiswedstrijden, bestaande uit een wit shirt met verticaal rode baan over borst en rug, rode kraag en rode mouwomslagen, alsmede een witte broek en witte kousen met rode omslag;
  • wijziging van de bestaande stadionlocatie te Amsterdam;
  • wijziging van de structuur van de op topvoetbal gerichte jeugdopleiding alsmede wijzigingen in het ten behoeve van de jeugdopleiding gebruikte accommodaties en faciliteiten;
  • wezenlijke wijzigingen in de structuur van het functioneren van jeugd- en amateurelftallen;
  • de verstrekking, wijziging en intrekking van licenties en sublicenties;
  • het doen van een voorstel tot statutenwijziging.
Dat bijzondere aandeel staat op naam en het is mij niet duidelijk wie er de bezitter van is, omdat ik geen toegang heb tot het register van aandeelhouders.
Gezien de bijzondere machtspositie van dit aandeel was in de statuten van de Amsterdamsche Football Club "Ajax' opgenomen dat het bestuur dat aan het aandeel verbonden stemrecht uitoefent (art. 5b). Dit overigens met twee derde meerderheid en na goedkeuring door de ledenraad.
Opvallend is nu dat in de nieuwe statuten van de Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax dat bijzondere aandeel nergens meer te vinden is.
Waar zou dat toch gebleven zijn?
Heeft de nieuwe vereniging dat nu in handen en zo ja waarom staat het dan nergens in de statuten vermeldt?
Is het bijzondere aandeel overgedragen aan de vennootschap en zo ja waarom?
Is het verkocht aan een andere gegadigde en zo ja wie?
Of is het nog in eigendom van de vereniging de Amsterdamsche Football Club “Ajax”?

Waar is de Amsterdamsche Football Club “Ajax” gebleven?
Het lijkt er namelijk op dat deze vereniging niet is opgeheven en nog steeds bestaat.
Ik kom daar niet goed achter maar het is wel opvallend dat in de statuten van de nieuwe vereniging Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax in artikel 2 nog nadrukkelijk melding wordt gemaakt van deze club.
Ook op de website van de Kamer van Koophandel Amsterdam is deze vereniging nog steeds te vinden.
De website van de AFM maakt ook nog melding dat 73% van de aandelen in het bezit zijn van de Vereniging AFC Ajax.
Het lijkt me ook aannemelijk dat deze vereniging nog steeds bestaat want in in de nieuwe vereniging Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax is geen plaats meer voor personen die geen aandelen of certificaten van aandelen bezitten van AFC Ajax N.V. Daarmee zijn bijvoorbeeld ook de ere-leden en leden van verdienste uitgesloten van deelname, evenals de buitengewone en ondersteunende leden.
Als dit juist is zijn aandeelhouders en supporters en fans door deze constructie definitief uit elkaar getrokken.
Het enige dat AFC Ajax dan nog heeft om invloed uit te oefenen is het bijzondere aandeel.
Als dat zo is hebben de fans en supporters nog steeds een bijzonder machtsmiddel in handen, maar is het verder met de invloed van de clubleden en oudspelers gedaan.
De feitelijke macht ligt nu bij de aandeelhouder.
Dat roept onmiddellijk weer de volgende vraag op.

Waar zijn de aandeelhouders?
Het is mij niet duidelijk of met de oprichting van de nieuwe vereniging ook alle aandelen over zijn gegaan vanuit de Amsterdamsche Football Club "Ajax'. Dat moet haast wel anders heeft de hele exercitie geen zin. Maar dan is dit bezit niet gemeld bij de AFM.
Beurshandelaar Arie Strating en Delta Lloyd hebben ongeveer 18% van de aandelen en de rest is vrij verhandelbaar.
Dat betekent dat de nieuwe leden van de Aandeelhoudersbelangen Vereniging Ajax mogelijk gaan bestaan uit deze bestaande aandeelhouders en leden die aandelen op de beurs kopen.
Ik kan er helemaal naast zitten maar wie oefent dan namens wie het stemrecht uit op die 73% van de aandelen?
Is dat de nieuwe vereniging Aandeelhoudersbelangen, op basis van een volmacht van de Amsterdamsche Footbaal Club "Ajax'? Of is dat nog steeds de voetbalclub AFC Ajax.

Kortom, ik heb meer vragen dan antwoorden in deze zaak.
Als ik gelijk heb lijkt deze constructie toch verdacht veel op die van het zo verfoeide administratiekantoor. Want in dat geval oefent de nieuwe vereniging het stemrecht uit zonder enige controle van de voetbalclub? Dat laatste lijkt me overigens sterk. AFC Ajax zal denk ik nooit zijn stemrecht overlaten aan het bestuur van de nieuwe vereniging.
Kortom, ik ben wel erg benieuwd wie er gaat stemmen op 10 februari.

Welk probleem lost de statutenwijziging nu op?
Ik lees in verschillende kranten dat door de statutenwijziging de governance-structuur bij Ajax aanmerkelijk is vereenvoudigd. Er is nu immers alleen maar een bestuursraad en met een algemene ledenvergadering en men is af van de ingewikkelde structuur met een ledenvergadering, ledenraad en bestuur.
Ik waag echter te betwijfelen of de problemen nu uit de wereld zijn. Met veranderingen in de structuur los je geen fundamentele problemen op. De kern van het huidige conflict is een verschil in inzicht over de te volgen koers. Anders geformuleerd: ben je voor Cruijff of voor van Gaal. Als dit conflict achter de rug is zullen er ongetwijfeld wel weer nieuwe rellen volgen want voetbal is nu eenmaal niet alleen een zakelijke affaire maar ook emotie.
Daarbij lijkt het er op dat er nu sprake is van een nog ingewikkelder situatie met twee in plaats van een vereniging. AFC Ajax als houder van de aandelen, die waarschijnlijk ook lid is van de de nieuwe vereniging Aandeelhoudersbelangen en daar dan ook het belangrijkste lid is, met 73% van de aandelen.

Belangrijker vind ik dat door deze structuurwijziging de voetballiefhebbers en voetbalkenners op afstand zijn gezet. Of de nieuwe leden van de Aandeelhoudersbelangen meer betrokken zijn bij voetbal dan de leden van de aloude Amsterdamsche Football Club Ajax waag ik te betwijfelen.
Wij praten in het vakgebied corporate governance vaak over de "betrokken aandeelhouder' als ideaalbeeld. Alleen als aandeelhouders hun stem laten horen is er immers sprake van een goede balans in het krachtenveld tussen directie, commissarissen en aandeelhouders.
Bij Ajax gaat men er blijkbaar van uit de betrokken aandeelhouders en leden alleen maar lastig zijn.
Maar is er toch ook wel een koppeling tussen het bestuur van AFC Ajax en het bestuur van de vereniging Aandeelhoudersbelangen. Want het bestuur van AFC Ajax is het belangrijkste lid van deze vereniging en maakt daar dan ook de dienst uit,
Als dat waar is, wat is dan de zin van deze hele exercitie?
Wat voegt deze nieuwe vereniging dan toe?

Commentaar, suggesties en ideeën zijn van harte welkom.

PS. Na het schrijven van dit bericht bleek dat een aantal aannames van mij verkeerd zijn. Zie hiervoor een nieuw bericht van 14 januari "Ajax en de governance structuur: een update.'