vrijdag 22 oktober 2010

Fraude 2010

Sinds kort is het tweejaarlijkse rapport 2010 Report to the Nations on Occupational Fraud and Abuse weer beschikbaar.
Voor geïnteresseerden op dit gebied een boeiende en onmisbare empirische studie omdat het rapport letterlijk bol staat met interessante feiten over het fenomeen fraude op de werkplek.
Het verslag wordt gemaakt door de Amerikaanse vereniging van gecertificeerde fraudeonderzoekers en is hier verkrijgbaar. Voor de eerste keer worden er ook andere landen dan Amerika in het onderzoek betrokken en dat geeft een interessant beeld in de onderlinge verschillen.
Ik noem een paar hoogtepunten uit het rapport:
  • Het gemiddelde verlies voor een onderneming van fraude op de werkplek komt neer op 5% van de omzet. Wereldwijd is het verlies door fraude geschat op 2.9 miljard dollar, ofwel tweederde van het totale budget van de Verenigde Naties.
  • Diefstal van bedrijfseigendommen is de meest voorkomende fraude (90% van de gevallen) met een gemiddeld verlies van 135.000 dollar. Knoeien in de cijfers komt slechts in 5% van de gevallen voor, maar scoort met een gemiddeld verlies van 4 miljoen dollar weer zeer hoog.
  • De meeste fraudes worden ontdekt als gevolg van een tip. Daardoor zijn klokkenluiders een uiterst effectief en goedkoop middel tegen fraude.
  • De financiële dienstverlening, de industrie en overheid scoren het hoogst in het aantal fraudes.
  • Fraude door topmanagers kostten drie keer zoveel als fraude door het middel management en negen keer zoveel als fraude door medewerkers. Dit soort fraudes duren ook veel langer voor ze ontdekt worden (gemiddeld 27 maanden).
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het rapport voor de trouwe lezer van eerdere versies weinig nieuws bevat. Het meest opvallende is wel dat het schadebedrag is afgenomen van 7% in 2008 naar 5% in 2010. Een verklaring hiervoor wordt niet gegeven in het rapport. Mijn eigen interpretatie op basis van de cijfers is dat de daling vooral wordt veroorzaakt door de daling van fraudes in de categorie corruptie (van 27% naar 22%) en de scherpe daling van fraude in de categorie "knoeien in de boeken" (van 10% naar 4%).

De accountants onder ons zouden kunnen denken dat dit komt door de grotere aandacht voor interne beheersing door het management, dit mede door de verplichting hiervoor in de code Tabaksblat. Deze gedachte wordt echter niet door de cijfers ondersteund. De ontdekking van fraudes wordt voor 75% veroorzaakt door tipgevers, interne accountants, of simpelweg door toeval.

Tenslotte nog een wijze les uit het rapport. Het opleiden en trainen van alle medewerkers in het voorkomen en detecteren van fraude is de meest effectieve maatregel tegen fraude. Niet alleen omdat de meeste fraudes door het personeel werden ontdekt maar ook omdat ondernemingen met een anti-fraude training voor medewerkers en managers veel lagere verliezen door fraude op de werkplek hebben.

vrijdag 15 oktober 2010

Nieuwe boekbesprekingen

In het kader van, wellicht schaamteloze, zelfpromotie wil ik u toch een tweetal recente besprekingen van mijn boek niet onthouden.
In het laatste nummer van het tijdschrift Goed Bestuur Jaargang 6 nummer 3 2010 staat op pagina 33 de volgende bespreking:

Een Handboek met "sjeu"
Wie een handboek of leerboek schrijft over corporate governance is bezig te mikken op een moving target. Dagelijks vinden er gebeurtenissen plaats die nieuw licht werpen op vraagstukken als de reikwijdte van extern toezicht of de Invloed van risicomanagement op het ondernemerschap. Nieuwe wetgeving en codificatie verandert het speelveld, nieuwe theorievorming verschaft nieuwe inzichten en lessen. Met zijn boek 'Grondslagen van corporate governance' heeft Ruud Pruijm, lector aan de Fontys Hogeschool, zich laten leiden door de meest ruime definitie van corporate governance. Het gaat hier dus niet alleen over ondernemingsbestuur, toezicht en aandeelhouders (waartoe de meeste codes zich beperken), maar ook over de rol van kapitaalmarkten, kredietbeoordelaars, ondernemingsraden, fusies en overnames, de accountancy en natuurlijk internationale ontwikkelingen op deze gebieden. Omdat Pruijm corporate governance terecht beschouwt als een multidisciplinair onderwerp, heeft hij gekozen voor een geïntegreerde benadering waarin bedrijfskundige, juridische, economische en financiële aspecten in samenhang behandeld worden aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance. Ook het tegenwoordig zo populaire begrip stakeholderziet Pruijm breed. Het gaat in zijn visie niet alleen om de directe actoren in een organisatie, maar al diegenen die van invloed zijn op de corporate governance.
In de eerste plaats is Grondslagen van corporate governance natuurlijk een leerboek. Een heel goed leerboek bovendien, waarin verbazend veel kennis en informatie is samengevat over alle aspecten van ondernemingsbestuur en het toezicht daarop, plus de diverse stakeholders die in het proces een rol spelen. Maar daarnaast is het een boek dat inzicht verschaft. Dat komt doordat Pruijm geen droge feiten opsomt en lijstjes debiteert. Hij laat aan de hand van vele voorbeelden zien hoe het er in de echte wereld van de corporate governance aan toe gaat. Dit alles in een toegankelijke stijl en in 'echt Nederlands'. Uiteraard to the point en zonder in opiniërende uitweidingen te vervallen, Zo wordt de governance rond een beursgang van een onderneming,geïllustreerd met voorbeelden van TomTom en World Online. Ook maakt Pruijm de governanceproblemen in de (semi)publieke sector, zoals de zorg en de woningcorporaties, inzichtelijk aan de hand van de perikelen bij de corporaties Woonbron en Rochedale en de zorginstelling Philadelphia.
Natuurlijk zijn dit geen uitputtende analyses, maar ze geven wat 'sjeu' aan de onvermijdelijk stevige kost die een handboek over dit onderwerp nu eenmaal is. En om iedereen bij de les te houden sluit Pruijm elk hoofdstuk af met een flink aantal kennisvragen, open vragen en discussievragen. Het boek voldoet geheel aan de eindtermen van de Commissie Eindtermen Accountancy en biedt alle nodige leerstof voor een minor, een keuzevak of workshop op het gebied van corporate governance.
U zult begrijpen dat je als auteur heel erg tevreden bent met een dergelijk oordeel. Per slot van rekening is het schrijven een leerboek heel veel werk. Minder gelukkig ben ik met het oordeel van Rob Heinsbroek in "de Accountant' van oktober 2010 op pagina 55.
Dat is veel ruimer en breder dan de optiek van het Rijnlandse model.
"Met 491 pagina's zonder meer een kloek boek te noemen, en te beschouwen als een uitgebreid handboek over corporate govern­ance. Vele juridische, economische, finan­ciële en historische aspecten worden behan­deld. Pruijm richt zich op het zogenaamde Rijnlandse model waarin de belangen van alle stakeholders behartigt dienen te worden. Door middel van de vele praktijkvoorbeelden, en de lijstjes met vragen in elk hoofdstuk ook prima te gebruiken als studieboek."
Allereerst maakt de scribent de fout me te betitelen als een aanhanger van het Rijnlandse model, waardoor hij tegelijkertijd ook het boek in deze context plaatst. Dat is helemaal onjuist, want ik heb er bewust voor gekozen om in het boek via een geïntegreerde benadering de juridische, economische en financiële aspecten van behoorlijk ondernemningsbestuur in samenhang, aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance te behandelen.
Ten tweede wordt het boek aangeduid als ook te gebruiken als studieboek. Dat is ongeveer hetzelfde als in de test van een auto zeggen dat je met deze auto ook kunt rijden. Het boek is helemaal geschreven als een leerboek en is daar qua structuur, opbouw en inhoud op afgestemd.

Los daarvan ben ik blij met deze publiciteit en is het voor u mogelijk een aansporing om het boek eens aan te schaffen. De herfstvakantie staat voor de deur, dus aan leestijd geen gebrek!

vrijdag 1 oktober 2010

Visiting Professor

Met ingang van 1 oktober 2010 ben ik benoemd tot Visiting Professor Corporate Governance aan de Nyenrode Business Universiteit. Ik zal verbonden zijn aan de Nyenrode School of Accountancy & Controlling en deelnemen aan onderwijs en onderzoek op het gebied van corporate governance.

Het is weer een nieuwe stap in mijn leven waar ik met veel plezier aan ga beginnen. Allereerst omdat het team van collega's mij met open armen en veel warmte hebben ontvangen. Ten tweede omdat Nyenrode stevige ambities heeft op het gebied van corporate governance waaraan ik graag mijn steentje zal bijdragen. Overigens blijf ik ook als lector Corporate Governance verbonden aan de Fontys Hogeschool Financieel Management in Eindhoven.
Naast mijn werk in het onderwijs blijf ik volop actief in mijn eigen adviespraktijk. In mijn hele werkzame leven heb ik altijd praktijk en wetenschap gecombineerd en dat blijf ik ook doen.
De benoeming is voor een termijn van drie jaar en daarmee voldoe ik ruimschoots aan de wens van het komende kabinet Rutte om de AOW-leeftijd te verhogen naar 66 jaar.
Ik hang mijn toga daarom nog lang niet in de wilgen en ben erg blij dat ik naast emeritus nu ook weer gasthoogleraar ben geworden.
Als pensioengerechtigde heb ik helemaal geen zin om te stoppen met werken. Integendeel, ik heb het drukker dan ooit en voel me daar prima bij.
U kunt er dan ook op rekenen dat u via dit blog nog veel van me zult horen.