woensdag 1 september 2010

Falende accountants

Er zijn van die dagen dat het niet plezierig is om registeraccountant te zijn.
Zoals veel kranten melden is het met de kwaliteit van de accountantscontrole slecht gesteld.
Het Financieele Dagblad schrijft bijvoorbeeld:
"De kwaliteit van accountants die bouw- en vastgoedbedrijven controleren schiet ‘structureel’ tekort. Ook accountants in de publieke sector en de autoindustrie laten grote steken vallen.
Dat concludeert de financiële toezichthouder AFM na onderzoek bij de vier grootste accountantskantoren KPMG, Ernst & Young, Deloitte en PricewaterhouseCoopers (PwC). De AFM heeft controledossiers van 46 ondernemingen over het boekjaar 2008 doorgelicht."
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de kwaliteit van de accountantscontrole bij meerdere Big 4-kantoren structureel tekortschiet. Ik citeer:
  • het uitvoeren van onvoldoende werkzaamheden ten aanzien van het bestaan en de waardering van financiële activa, onderhanden werk, de balanspost auto’s en de balanspost onroerend goed;
  • het uitvoeren van onvoldoende werkzaamheden ten aanzien van de beoordeling of sprake is van aanwijzingen die duiden op fraude of andere overtredingen van wet- en regelgeving;
  • een onvoldoende uitvoering van vereiste werkzaamheden wanneer wordt gesteund op werkzaamheden die zijn uitgevoerd door een andere accountant, interne accountantsdienst of deskundige;
  • het uitvoeren van onvoldoende werkzaamheden ten aanzien van de beoordeling of de door de cliënt veronderstelde continuïteit van de bedrijfsactiviteiten aanvaardbaar is;
  • het uitvoeren van onvoldoende werkzaamheden ten aanzien van de volledigheid van de omzet.
Je hoeft geen accountant te zijn om te constateren dat het uitgevoerde werk ver beneden de maat is.
Bedenk daarbij ook dat het de vier grootste en meest toonaangevende accountantskantoren betreft en dan ligt de conclusie voor de hand dat deze kantoren zich diep moeten schamen.
Dat dit geen toevalligheid is toont het volgende citaat van de AFM:
"De accountantsorganisaties accepteren in meerdere gevallen binnen hun eigen organisatie een te lage kwaliteit van de accountantscontrole en treden in onvoldoende mate op tegen schendingen van de regels door hun medewerkers." 
Collega Pheijffer noemt het AFM-rapport in zijn weblog terecht een gitzwarte bladzijde voor het accountantsberoep.

In een radio-interview op BNR noemt Berry Wammes, directeur van beroepsorganisatie Nivra,  het rapport suggestief, omdat de handtekening bij de jaarrekening terecht is gezet. Volgens het Financieele Dagblad vindt voorzitter Ruud Dekkers van het Nivra dat het AFM ten onrechte een "agressieve toon" aanslaat.
Dat lijkt me overigens niet de juiste toon, omdat Steven Maijoor, de betrokken directeur van de AFM keihard zegt dat de grote kantoren weliswaar de afgelopen tijd belangrijke slagen hebben gemaakt in de kwaliteitsbewaking, maar dat het niet voldoende is geweest.
Dat is volgens hem "ernstig.'
Kortom: probeer niet weg te komen door de boodschapper van het slechte nieuws weg te zetten door over de toonzetting te klagen. Slecht werk is en blijft slecht werk. Mooier kan ook Steven Maijoor het niet maken.

In dat zelfde artikel zegt Rients Abma, directeur van Eumedion, dat de grote beleggers bezorgd zijn over het AFM-rapport. Stichting Eumedion, die grote institutionele beleggers vertegenwoordigt, wil 'op korte termijn helderheid'.
Dat lijkt me terecht, want slecht controlewerk roept inderdaad vragen op over de juistheid van de aan de aandeelhouders gepresenteerde jaarrekeningen. Abma zegt het niet met zoveel woorden, maar ik denk dat hij zich bekocht voelt door slecht onderbouwde accountantsverklaringen. Dat gevoel zal er ook wel zijn bij veel auditcommissies.

Voorzitter Dekkers vindt overigens ook dat de toezichthouder een aantal conclusies trekt die ‘niet door de feiten worden ondersteund, want in geen van de gevallen is een accountantsverklaring ten onrechte verstrekt’.
Ook directeur Berry Wammes roept dat  de jaarrekening klopt, maar dat lijkt in tegenspraak met het feit dat het controlewerk dat tot deze conclusie leidt ver beneden de maat was.
Het kan toch nooit zo zijn dat er met slecht werk toch sprake is van voldoende zekerheid om een jaarrekening goed te keuren?
Wie dat zegt neemt het accountantsberoep en de klanten blijkbaar niet serieus en dat lijkt me voor een beroepsorganisatie een slechte zaak.
Van een accountant mag verwacht worden dat zijn uitgevoerde werk aan geen enkele twijfel onderhevig is en dat hij zijn oordeel uitspreekt, gebaseerd op een stevig fundament (ofwel in accountantsjargon: deugdelijke grondslag).

Zowel bij de boekhoudschandalen als bij de kredietcrisis is de rol van de accountants als toezichthouder ernstig ter discussie gesteld. Blijkbaar zijn deze gebeurtenissen nog niet voldoende reden geweest om tot fundamentele verbeteringen te komen.
Je zou de vraag kunnen stellen wat er in hemelsnaam voor nodig is om accountants zo ver te krijgen dat ze hun werk naar behoren gaan doen?
Is dat dan toch nationalisering, zoals mijn gewaardeerde collega Bindenga ooit voorstelde?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten