Ik heb me al vaker bezig gehouden met de verkeerde gedachte dat het vermeende korte termijn gedrag van aandeelhouders schadelijk is voor het voortbestaan van een beursgenoteerde onderneming op de lange termijn. Zie hiervoor bijvoorbeeld mijn kritiek op de Kay Review van 11 september 2012.
Veel van mijn academische collega's zijn van dit denkbeeld overtuigd, zodat het voor mij plezierig was om een artikel van professor Mark Roe van Harvard Law School tegen te komen die mijn mening deelt.
Het gaat om de gedachte dat de huidige aandelenmarkt met zijn accent op de korte termijn de ondernemingen ertoe dwingt om in steeds kortere planningsperioden. Investeren voor de langere termijn is daardoor onmogelijk geworden met alle rampzalige gevolgen van dien. Kay legt in zijn eindrapport een relatie tussen de afname van investeringen van ondernemingen als percentage van het Bruto Nationaal Product en het toenemende volume van aandelentransacties, waardoor de lange termijn aandeelhouder uit het zicht verdwijnt en de ondernemingen gedwongen worden tot korte termijn gedrag. Een soortgelijke redenering volgt de Europese Unie in het Green Report over het EU Corporate Governance Framework.
Mark Roe stelt terecht dat al die aandacht voor de mogelijke effecten van al die korte termijn aandeelhouders de aandacht afleidt van andere mogelijke oorzaken van korte termijn gedrag van ondernemingen. Daarnaast bestrijdt hij dat ondernemingen alleen maar interesse hebben voor de korte termijn en daardoor de lange termijn uit het oog verliezen.
Roe zegt dat de hoge marktwaarde van ondernemingen als Apple en andere high-tech ondernemingen er op wijzen dat de aandelenmarkt wel degelijk in staat is om het verdien-potentieel van die ondernemingen op de lange termijn in te schatten.
Een tweede argument van Roe is dat er weliswaar sprake is van gemiddeld steeds kortere perioden van aandeelhouderschap, maar dat dit weinig zegt over de invloed hiervan op het bestuur van beursgenoteerde ondernemingen. Hij wijst er op dat grote zakelijke beleggers als Vanguard en Fidelity hun aandelen nog steeds voor perioden van twee tot drie jaar in portefeuille houden. Een constatering die overigens ook voor de Nederlandse zakelijke beleggers geldt. Zie hiervoor het recente onderzoeksrapport van Eumedion over de langetermijn focus van Nederlandse institutionele beleggers, uitgevoerd door de Universiteit van Tilburg. Meer dan 80% van de omvang van de aandelenportefeuilles wordt voor vijf jaar of langer aangehouden zo blijkt.
Natuurlijk wordt een deel van de aandelen op de beurs elke dag in milliseconden verhandeld maar dat betekent nog niet dat alle aandeelhouders daaraan meedoen.
Een derde argument van Roe is dat een mogelijke korte termijn voorkeur ook kan worden veroorzaakt door de steeds kortere zittingstermijn van de bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen. Een gemiddelde Amerikaanse CEO houdt het niet langer vol dan 6 tot 7 jaar en het is volkomen begrijpelijk dat zij in die periode goede resultaten op hun conto willen schrijven. Dat korte termijngedrag van CEO's is overigens ook empirisch vastgesteld aldus Roe.
Een vierde argument van Roe is dat ondernemingen waarschijnlijk onder de druk van marktomstandigheden op steeds kortere termijn moeten plannen en reageren. Dat betekent volgens hem niet dat zij zich verschuilen voor de toekomst, maar dat ze te maken met een economie met steeds kortere product- en planningscycli.
In een interview met Tim Cook, de opvolger van Steve Jobs als topman van Apple is daarvan een goed voorbeeld te vinden.
Daarin zegt hij dat 80% van de omzet van Apple van producten komt die 60 dagen geleden nog niet op de markt waren. Hj bedoelt de nieuwe iPhone5, nieuwe iPods, de nieuwe iPad, de nieuwe iPad-mini en de nieuwe MacBook Pro.
In de huidige markten moet je voortdurende vernieuwen n een steeds kortere tijdsspanne maar ook durven inzetten op volledig nieuwe producten en diensten die je op de lange termijn marktleider kunnen maken en houden.
Dat betekent investeren in Research en Development en in een cultuur waarin nieuwe ideeën kunnen gedijen. Het betekent ook dat het bezitten van fabrieken en daarin investeren een blok aan het been kan zijn. We zien steeds meer eens scheiding tussen denken en maken. Apple heeft bijvoorbeeld zelf geen productiecapaciteit maar besteedt alles uit. Dat is overigens niets nieuws want steeds meer ondernemingen doen dat. Als je de productie uitbesteed hoef je niet meer daarin te investeren voor de lange termijn en heb je geld vrij voor andere zaken.
Dat er in de UK minder wordt geïnvesteerd in productiemiddelen zoals Kay opvoert in zijn rapportage, is heel goed door dit fenomeen te verklaren.
Dat Britse ondernemingen minder investeren in productiemiddelen en het daardoor slecht doen, althans volgens Kay, heeft denk ik weinig te maken met die korte termijn aandeelhouders.
Zou het niet zo kunnen zijn dat Britse ondernemingen gewoon niet meekunnen in deze tijd door onvoldoende denkkracht en innovatie?
Is het echte probleem niet dat de ondernemingen slecht worden geleid en dat de hele infrastructuur in de UK niet goed meer mee kan in deze turbulente tijden. Misschien kan men beter meer investeren in goed onderwijs dan aandeelhouders de schuld geven. Misschien kan men beter zorgen voor een goede wegen en minder bureaucratie, om maar eens wat voorbeelden te geven. Dat laatste geldt overigens voor de Europese Unie en ons land.
Ik kwam laatst nog een aardig voorbeeld tegen van verspilling van overheidsgeld. Het Financial Services Committee van het Amerikaanse congres zegt dat, de nieuwe Dodd-Frank wetgeving om een nieuwe financiële crisis te voorkomen nu al al meer dan 7.365 pagina's beslaat en men is nog nog maar net op de helft. Zoals het congreslid Neugebacher van deze commissie zegt . . Het kost financiële ondernemingen in Amerika meer dan 24 miljoen manuur per jaar om er aan te voldoen. Het kostte 20 miljoen manuur om het Panama kanaal aan te leggen!
Wat een verspilling van geld! Er zijn belangrijker zaken dan aandeelhouders, denk ik zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten