maandag 27 januari 2014

Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS Reaal

Het vorige week verschenen rapport van de evaluatiecommissie Frijns-Hoekstra heeft in de media ruimschoots aandacht gekregen.
Samenvattend is de commissie uiterst negatief over het toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en ook het ministerie van Financiën krijgt stevige kritiek.
DNB had SNS Reaal te lichvaardig toestemming gegeven voor de overname van Bouwfonds Property Finance en de verklaringen van geen bezwaar niet mogen verstrekken.
Het rapport bevestigt het beeld dat het toezicht op het Nederlandse bankwezen ernstig te wensen overliet. Eerder al stelde de commissie Scheltema dat de toezichthouder nooit een bankvergunning had mogen geven aan het nu failliete DSB Bank. De eerdere handelwijze van DNB bij de overname van ABN Amro en het debacle bij IceSave zorgde eveneens al voor veel ophef.
Financiën heeft nagelaten om schoon schip te maken toen het in 2008 staatssteun verleende aan SNS Reaal. Het ministerie had harde eisen moeten stellen aan SNS als voorwaarde voor staatssteun. Daardoor kwam de bank-verzekeraar steeds verder in de problemen wat uiteindelijk onontkoombaar tot de nationalisatie van een jaar geleden moest leiden.
De commissie zegt dat zowel DNB als Financiën te laat in actie zijn gekomen en te laat contact met de Europese Commissie hebben gezocht.

Het management
Wat in de media veel minder aandacht heeft gekregen is de rol van het management en de raad van commissarissen van SNS Reaal.
Na de beursgang in 2006 is de bank-verzekeraar met een ongekende reeks acquisities begonnen onder leiding van de ambitieuze raad van bestuur.
In rap tempo werd Bouwfonds Property Finance overgenomen van ABN Amro. Daarna werd Regio Bank gekocht. In 2007 werden Axa, Winterthur, DBV, Zwitserleven en Swiss Life België ingelijfd.
In 2008 kwam de financiële crisis en kwam de groep snel in zwaar weer terecht.
Eind oktober 2008 moest al staatssteun worden aangevraagd.

Je kunt je met recht afvragen of SNS niet al te hard van stapel liep omdat al deze aankopen in de bestaande organisatie moesten worden geïntegreerd.
Daarbij werd de solvabiliteitspositie van SNS historisch laag en was het risicoprofiel van de verzekeringstak juist hoger geworden door de vele grote acquisities.
Dat weerhield de top van SNS er overigens niet van om in oktober 2008 de wens te uiten om delen van Fortis over te nemen die door de staat waren gekocht. Twee weken later werd staatssteun aangevraagd.
Het is wel duidelijk dat het management een veel te grote broek heeft aangetrokken en te weinig kapitaal had om alle aankopen te financieren.

Over de raad van commissarissen zegt de evaluatiecommissie weinig tot niets.
In het rapport is niet te vinden of de raad het bestuur voldoende tegenwicht heeft geboden bij de niet aflatende stroom van acquisities.
Wie tussen de regels doorleest ziet wel dat commissarissen er te weinig bovenop zaten en zich vaak met een kluitje in het riet lieten sturen door het bestuur..
Al met al reden genoeg om een enquêteprocedure naar wanbeleid aan te vragen bij de Ondernemingskamer.

Trustee?
Opvallend is dat de commissie aanbeveelt een overheidstrustee te benoemen. Volgens de commissie is een overheidscommissaris "ineffectief' gebleken.
Overheidscommissarissen hebben een onmogelijke positie omdat zij volgens de wet het belang van de vennootschap moeten dienen en niet zozeer het publieke belang. De commissie is overigens wel van mening dat de betrokken commissarissen zich hiervoor goed hebben ingezet (zie pagina 330).
In het Financieele Dagblad zegt commissielid Frijns daarover . . 'Wij stellen daarom voor de zaken in de toekomst te scheiden. Een trustee om de voortgang van de herstructurering te bewaken. En een overheidscommissaris die de belangen van de grootaandeelhouder bewaakt',


Het is een opvallende constatering van de commissie. Er blijkt uit het onderzoek helemaal niet of de door de overheid benoemde commissarissen op dit punt nadrukkelijk gefaald hebben.
Evenmin kan ik de conclusie delen dat als commissarissen het belang van de vennootschap dienen dat in strijd zou zijn met het publieke belang. Het is toch immers in het belang van de vennootschap om de voorwaarden voor staatssteun na te leven?

Ook is het merkwaardig dat de commissie niet goed uitlegt in het rapport wat een overheidstrustee nu is. In de lijst van afkortingen en begrippen in bijlage 2 is er evenmin definitie van gegeven.
Daarbij is de trustee een rechtsfiguur die ons ondernemingsrecht niet kent.

Misschien dat de heer Frijns tot deze vondst is gekomen omdat hij van 2007 tot 2009 voor de Europese Commissie monitoring trustee was bij Fortis/ABN Amro.
De figuur van monitoring trustee gebruikt de Europese commissie vaker, zoals bijvoorbeeld bij de schikking met Google en Microsoft.
Het aanstellen van een onafhankelijke trustee, met als taak toe te zien op de naleving van de met de Europese commissie overeengekomen voorwaarden, is een middel voor de commissie om er zeker van te zijn dat de nakoming in de praktijk wordt gerealiseerd.
Als ik het voorstel van de evaluatiecommissie goed begrijp zal bij staatssteun het ministerie als extra voorwaarde eisen dat een dergelijke monitoring trustee door de ontvangende partij wordt aangesteld.
Dan moet de trustee wel een helder mandaat hebben en moet er ook sprake zijn van een herstelplan.
Het is aardig bedacht maar ik ben er niet echt blij mee.

Een van de voorwaarden voor de staatsteun was nu juist dat de Staat twee extra leden in de raad van commissarissen zou mogen benoemen, met extra bevoegdheden. Het is mij niet bekend waarop de kandidaten werden geselecteerd, maar duidelijk uit het rapport van de commissie is wel dat voormalige politici hoog scoorden, vanuit de gedachte dat er een representatieve vertegenwoordiging naar partijpolitieke achtergrond moest worden gevonden (pag. 54).
Een vreemde gedachte want je zou toch denken dat het ministerie bancaire bekwaamheid i.p.v. politieke kleur voorop zou stellen. Even vreemd is de belangstelling van voormalig politici want die hebben dacht ik niet de ervaring die nodig is om een rol als commissaris in het (financiële) bedrijfsleven te vervullen.

Ook is het merkwaardig om in het rapport te lezen dat de aanwezigheid van twee overheidscommissarissen in het begin moeilijk verliep. Helemaal opvallend is dat de nieuwe president-commissaris Zwartendijk hen zag als commissarissen met een opdracht en een achterban. Sterker nog, als ze gebruik zouden maken van hun vetorecht zou hij aftreden!!
Blijkbaar begrijpt hij niet dat hij als commissaris namens de aandeelhouders optreedt en dat is in dit geval de Staat.
Blijkbaar begrijpt hij ook niet dat een dergelijk dreigement indruist tegen alle regels van behoorlijk ondernemingsbestuur.
Wat de reactie van de overheidscommissarissen hierop was is evenmin duidelijk.
Hebben ze berust of hebben ze hun tanden laten zien?
Bedenkt daarbij dat deze twee overleg hebben met de enige aandeelhouder en dat deze, ook al is SNS Reaal een structuurvennootschap, aanzienlijke macht heeft.

Is over dit dreigement van de voorzitter binnen de raad van commissarissen gesproken en wat was de uitkomst van dit overleg?
We weten het niet, maar het is wel van belang, dat nergens goed zichtbaar is in het rapport hoe de twee overheidscommissarissen hebben gefunctioneerd en wat hun bijdrage was in de besluitvorming. Behoudens dat er enkele malen gewag wordt gemaakt van een overleg van deze commissarissen met het ministerie, waarin deze hun zorgen uiten. Daarbij wordt er ook enkele malen gemeld dat deze commissarissen van hun gesprekken verslag uitbrengen aan de hele raad van commissarissen van SNS Reaal.
Daarom is niet goed zichtbaar of overheidscommissarissen Wijngaarden en Insinger er al of niet in zijn geslaagd om hun taak als overheidscommissaris goed te vervullen.
Dat is van belang want ik vind de conclusie van de commissie dat er dan maar een overheidstrustee moet komen slecht onderbouwd.

Conclusie
Wat ik nog niet goed zie is de toegevoegde waarde van een trustee t.o.v. een overheidscommissaris.
Er wordt veel te gemakkelijk gedacht dat als deze het belang van de vennootschap in het oog moet houden, dat ten koste gaat van het publieke belang.
Men vergeet daarbij dat de vennootschap rekening dient  te houden met de belangen van de stakeholders (waaronder de overheid als enige aandeelhouder maar ook als verlener van staatssteun).
Een beetje commissaris kan hiermee wel uit de voeten dacht ik zo en moet in staat zijn zijn mede-commissarissen en het bestuur daarvan te overtuigen.
De overheidstrustee als onafhankelijke waarnemer voegt niets toe t.o.v. een goed functionerende overheidscommissaris. Behalve als deze niet goed functioneert, maar dan is vervangen beter dan weer een nieuwe toezichtstructuur bedenken.
Anders gezegd: de commissaris is de ideale "monitoring trustee" voor de aandeelhouders. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten