zondag 13 februari 2011

De ideale aandeelhouder?

In een boeiend artikel in de Business Lawyer, heeft de bekende rechter Leo Strine, Jr. de vraag aan de orde gesteld welke soort aandeelhouder nu het beste is voor een onderneming.
Toegegeven, dit is mijn interpretatie van zijn betoog, want in feit stelt hij de fundamentele vraag of ondernemingen wel geleid kunnen voor de lange termijn, als de machtige aandeelhouders alleen maar op de korte termijn denken en handelen.
Dezelfde problematiek is in mijn oratie als lector en in een artikel in de Holland Management Review van juli-augustus 2009 al eerder aan de orde gesteld. Daarom heb ik de bijdrage van Strine met interesse gelezen.


De korte termijn belegger
Kort samengevat neemt Strine als uitgangspunt dat de wet in de machtsverhouding tussen aandeelhouders en bestuur van een onderneming uitgaat van een republikeins model, waarin het management een grote vrijheid heeft om de onderneming naar beste inzicht te leiden. De aandeelhouders hebben hierop achteraf invloed, maar geen directe zeggenschap over de gang van zaken.
Vervolgens stelt Strine de opkomst van de institutionele beleggers aan de orde. Zij bezitten inmiddels 70% van de aandelen van beursgenoteerde ondernemingen en creëren een nieuw agency-probleem. Dat komt er op neer dat zij aandelen bezitten en daardoor zeggenschap hebben, maar dat zij zelf niet aan enige vorm van verantwoording aan hun eigen aandeelhouders schuldig zijn. Daar komt nog bij dat zakelijke beleggers in toenemende mate een korte-termijn beleggingsstrategie hebben en dat vooral de hedge funds zich daarbij activistisch opstellen.

Handelen gericht op korte termijn winst
Strine ziet een verontrustende realiteit: de uitstaande aandelen van beursgenoteerde ondernemingen wisselt in 1 jaar tijd geheel van eigenaar. De beleidsagenda van deze nieuwe klasse van aandeelhouders is nu niet bepaald gericht op het vermijden van excessieve risico's of een nadruk op groei op de lange termijn.
Strine wil "echte' investeerders die zich richten op het creëren van duurzame waarde en die houding ziet hij niet bij de huidige generatie zakelijke beleggers. Sterker nog hij vindt dat zij verantwoording moeten afleggen aan hun degenen die geld bij hen beleggen en dat zij ook verantwoording schuldig zijn aan de maatschappij als geheel (pag. 18). Als oplossing doet hij een aantal voorstellen die het bijvoorbeeld moeilijker maken voor aandeelhouders om voorstellen te agenderen op terreinen als bestuurdersbenoeming, statutenwijziging, beschermingsconstructies en ondernemingsstrategie (pag. 8, 9 en 23).

Aandeelhoudersdemocratie?
Een belangrijk deel van het betoog van Strine berust op de aanname dat er met betrekking tot de rechten en plichten van aandeelhouders een parallel wordt getrokken met onze democratische verworvenheden. Je geeft aan burgers geen stemrecht als ze geen Nederlander zijn en in ons land een toekomst willen opbouwen. De toevallige passant verdient geen rechten, dus waarom de aandeelhouder wel?


De ideale aandeelhouder?
Toch kom ik steeds meer tot het oordeel dat het beeld van een "aandeelhoudersdemocratie' niet meer deugt. Als we dat loslaten in ons denken over corporate governance komt er een totaal andere vraag op.
Wat is nu eigenlijk een ideale aandeelhouder?
Wat zijn de kenmerken op basis waarvan dat kan worden vastgesteld? Is dat betrokkenheid en zo ja, welke betrokkenheid verdient dan de voorkeur (actief of passief? Is dat het langdurig aanhouden aandelen in een onderneming, en zo ja wat biedt dat dan voor voordelen? Maakt het eigenlijk wel uit dat aandelen zo vaak van eigenaar verwisselen? Waarom is lange termijn goed en korte termijn niet?
Is het "stemmen met de voeten' eigenlijk wel zo slecht en moeten niet meer gaan denken aan het intomen van de rechten van de aandeelhouder?
Kortom, meer vragen dan antwoorden.

Conclusie
Het lijkt me dat de stelligheid van de beweringen van Strine alleen berust op het dogma van de aandeelhoudersdemocratie en een daarbij behorend beeld van hoe een aandeelhouder zou moeten handelen.
De realiteit van vandaag is echter volkomen anders. Daar hoort een heel ander beeld bij van de "ideale" aandeelhouder. Wat dat beeld zou moeten zijn lijkt me een geweldig onderwerp voor grondig (promotie)onderzoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten