vrijdag 15 oktober 2010

Nieuwe boekbesprekingen

In het kader van, wellicht schaamteloze, zelfpromotie wil ik u toch een tweetal recente besprekingen van mijn boek niet onthouden.
In het laatste nummer van het tijdschrift Goed Bestuur Jaargang 6 nummer 3 2010 staat op pagina 33 de volgende bespreking:

Een Handboek met "sjeu"
Wie een handboek of leerboek schrijft over corporate governance is bezig te mikken op een moving target. Dagelijks vinden er gebeurtenissen plaats die nieuw licht werpen op vraagstukken als de reikwijdte van extern toezicht of de Invloed van risicomanagement op het ondernemerschap. Nieuwe wetgeving en codificatie verandert het speelveld, nieuwe theorievorming verschaft nieuwe inzichten en lessen. Met zijn boek 'Grondslagen van corporate governance' heeft Ruud Pruijm, lector aan de Fontys Hogeschool, zich laten leiden door de meest ruime definitie van corporate governance. Het gaat hier dus niet alleen over ondernemingsbestuur, toezicht en aandeelhouders (waartoe de meeste codes zich beperken), maar ook over de rol van kapitaalmarkten, kredietbeoordelaars, ondernemingsraden, fusies en overnames, de accountancy en natuurlijk internationale ontwikkelingen op deze gebieden. Omdat Pruijm corporate governance terecht beschouwt als een multidisciplinair onderwerp, heeft hij gekozen voor een geïntegreerde benadering waarin bedrijfskundige, juridische, economische en financiële aspecten in samenhang behandeld worden aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance. Ook het tegenwoordig zo populaire begrip stakeholderziet Pruijm breed. Het gaat in zijn visie niet alleen om de directe actoren in een organisatie, maar al diegenen die van invloed zijn op de corporate governance.
In de eerste plaats is Grondslagen van corporate governance natuurlijk een leerboek. Een heel goed leerboek bovendien, waarin verbazend veel kennis en informatie is samengevat over alle aspecten van ondernemingsbestuur en het toezicht daarop, plus de diverse stakeholders die in het proces een rol spelen. Maar daarnaast is het een boek dat inzicht verschaft. Dat komt doordat Pruijm geen droge feiten opsomt en lijstjes debiteert. Hij laat aan de hand van vele voorbeelden zien hoe het er in de echte wereld van de corporate governance aan toe gaat. Dit alles in een toegankelijke stijl en in 'echt Nederlands'. Uiteraard to the point en zonder in opiniërende uitweidingen te vervallen, Zo wordt de governance rond een beursgang van een onderneming,geïllustreerd met voorbeelden van TomTom en World Online. Ook maakt Pruijm de governanceproblemen in de (semi)publieke sector, zoals de zorg en de woningcorporaties, inzichtelijk aan de hand van de perikelen bij de corporaties Woonbron en Rochedale en de zorginstelling Philadelphia.
Natuurlijk zijn dit geen uitputtende analyses, maar ze geven wat 'sjeu' aan de onvermijdelijk stevige kost die een handboek over dit onderwerp nu eenmaal is. En om iedereen bij de les te houden sluit Pruijm elk hoofdstuk af met een flink aantal kennisvragen, open vragen en discussievragen. Het boek voldoet geheel aan de eindtermen van de Commissie Eindtermen Accountancy en biedt alle nodige leerstof voor een minor, een keuzevak of workshop op het gebied van corporate governance.
U zult begrijpen dat je als auteur heel erg tevreden bent met een dergelijk oordeel. Per slot van rekening is het schrijven een leerboek heel veel werk. Minder gelukkig ben ik met het oordeel van Rob Heinsbroek in "de Accountant' van oktober 2010 op pagina 55.
Dat is veel ruimer en breder dan de optiek van het Rijnlandse model.
"Met 491 pagina's zonder meer een kloek boek te noemen, en te beschouwen als een uitgebreid handboek over corporate govern­ance. Vele juridische, economische, finan­ciële en historische aspecten worden behan­deld. Pruijm richt zich op het zogenaamde Rijnlandse model waarin de belangen van alle stakeholders behartigt dienen te worden. Door middel van de vele praktijkvoorbeelden, en de lijstjes met vragen in elk hoofdstuk ook prima te gebruiken als studieboek."
Allereerst maakt de scribent de fout me te betitelen als een aanhanger van het Rijnlandse model, waardoor hij tegelijkertijd ook het boek in deze context plaatst. Dat is helemaal onjuist, want ik heb er bewust voor gekozen om in het boek via een geïntegreerde benadering de juridische, economische en financiële aspecten van behoorlijk ondernemningsbestuur in samenhang, aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance te behandelen.
Ten tweede wordt het boek aangeduid als ook te gebruiken als studieboek. Dat is ongeveer hetzelfde als in de test van een auto zeggen dat je met deze auto ook kunt rijden. Het boek is helemaal geschreven als een leerboek en is daar qua structuur, opbouw en inhoud op afgestemd.

Los daarvan ben ik blij met deze publiciteit en is het voor u mogelijk een aansporing om het boek eens aan te schaffen. De herfstvakantie staat voor de deur, dus aan leestijd geen gebrek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten