vrijdag 18 december 2015

Professoren in de Raad van Commissarissen voegen veel waarde toe

Om het jaar met een wat vrolijke noot af te sluiten wil ik u graag op het volgende wijzen.
Een nieuw research-artikel beargumenteert dat elke raad van commissarissen er goed aan doet om professoren (zoals ik??) aan te stellen.
De samenvatting van de studie stelt:
"Directors from academia served on the boards of around 40% of S&P 1,500 firms over the 1998-2011 period. This paper investigates the effects of academic directors on corporate governance and firm performance. We find that companies with directors from academia are associated with higher performance and this relation is driven by professors without administrative jobs. We also find that academic directors play an important governance role through their advising and monitoring functions. Specifically, our results show that the presence of academic directors is associated with higher acquisition performance, higher number of patents and citations, higher stock price informativeness, lower discretionary accruals, lower CEO compensation, and higher CEO forced turnover-performance sensitivity. Overall, our results provide supportive evidence that academic directors are valuable advisors and effective monitors and that, in general, firms benefit from having academic directors."
De auteurs geven een schets van de karakteristieken van de groep commissarissen, die ik kort zal samenvatten.
Als pluspunt:
  1. Academisch gevormde commissarissen hebben als externen een relatief betere reputatie. Zij zijn geoefend als onafhankelijke en kritiek denkers met hun eigen meningen en overtuigingen. zij worden minder beïnvloed door anderen en kunnen zich hard opstellen als dat nodig is.
  2. Professoren zijn erkende specialisten in hun vakgebied, zoals technologie, economie of management. Hierdoor kunnen ze het concurrentievermogen van ondernemingen vergroten door het vergemakkelijken van de toegang tot externe kennis.
  3. Academici denken over problemen anders na dan hun niet academisch gevormde mede-commissarissen en kunnen een ander perspectief bieden in de board waardoor de diversiteit toeneemt. Dit vooral als het gaat om functionele kennis en vaardigheden.
Als minpunt:
  1. Een hooggeleerde is geneigd meer nadruk te leggen op zorgvuldig onderzoek en redeneren dan op wat er nu echt belangrijk is voor de prestaties van de onderneming.
  2. De gespecialiseerde kennis kan weinig te maken hebben met hoe een onderneming in de werkelijke wereld functioneert.
  3. Professoren komen weinig in aanraking met de harde realiteit van de zakenwereld en dat kan hun competentie verminderen als het gaat om het nemen van beslissingen in de echte wereld ban een onzekere zakelijke omgeving.
  4. Een academische commissaris kan minder onafhankelijk zijn omdat hun inkomen als commissaris een veel groter deel uitmaakt van hun totale inkomen dan dat van andere commissarissen.
  5. Veel academische commissarissen hebben administratieve functies bij hun universiteit en dat kan betekenen dat er relaties bestaan tussen de onderneming waar zij commissaris zijn en hun eigen universiteit. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat een onderneming schenkingen doet of leerstoelen of onderzoek financiert.
U hoeft dit weblog overigens niet als een verkapte persoonlijke sollicitatie te beschouwen. Het is gewoon een aardig onderzoek naar de bijdrage van academici in een raad van commissarissen. Vanuit het perspectief van meer diversiteit is het beslist aantrekkelijk om meer aandacht te besteden aan professoren als mogelijke commissarissen.
Dat is weer eens wat anders dan de eeuwige discussie over meer vrouwen in de board.
Dus in plaats van "meer vrouwen in de top", is het wat mij betreft voortaan ook "meer professoren in de top"
De studie:
Francis, Bill and Hasan, Iftekhar and Wu, Qiang, Professors in the Boardroom and Their Impact on Corporate Governance and Firm Performance (2014). Bank of Finland Research Discussion Paper No. 15/2014. Verkrijgbaar bij SSRN: http://ssrn.com/abstract=2676983

Geen opmerkingen:

Een reactie posten