dinsdag 16 juni 2015

Fyra-enquête: een echte imago-kraker

De hoge snelheidslijn heeft de belastingbetaler bijna 11 miljard euro gekost. Een hoge snelheidstrein rijdt er echter nog steeds niet. De Nederlandse spoorwegen zelf hebben ook nog eens ruim 800 miljoen euro verloren aan de bestelling van gammele treinen bij AnsaldoBreda.

Na de eerste ronde van verhoren van veertig betrokkenen door de parlementaire commissie lees ik in veel kranten de eerste analyses over wat er misging.
Zie bijvoorbeeld deze analyse in het Financieel Dagblad met een aantal wijze lessen.

Behoorlijk bestuur?
Wat mij betreft is er een duidelijk opvallend punt in alle verhoren te constateren.
Vanuit de optiek van behoorlijk ondernemingsbestuur hebben alle verhoorde personen gefaald.
Ze waren verantwoordelijk, maar hebben die verantwoordelijkheid niet genomen.
Het Financieele Dagblad verwoord het treffend:
"Ik ging ervan uit dat…’ Dat zijn waarschijnlijk de meest gevleugelde woorden tijdens de publieke verhoren van de parlementaire enquêtecommissie over het debacle met de Fyra. In een tijdspanne van vijftien jaar ging er van alles mis, maar vrijwel alle betrokkenen leefden in de veronderstelling dat iemand anders de verantwoordelijkheid zou nemen om de problemen met de beoogde flitstrein op te lossen."
Sterker nog, veel van de ondervraagden zeiden nogal eens dat ze best hadden willen ingrijpen, als ze het hadden geweten.
Bovendien waren andere betrokkenen in eerste instantie zelf verantwoordelijk en hadden ze maar moeten melden dat er problemen waren.
Een voorbeeld: de exploitatie van de Fyra was ondergebracht bij een dochter van de NS, High Speed Alliance. Die kon zich weer verschuilen achter de NS-lease maatschappij in Ierland die de bestelling van de treinen verzorgde.
De Inspectie Leefomgeving en Transport was verantwoordelijk de verlening van de vergunning van de treinen.  Maar die vertrouwde volledig op de certificering van Lloyd's, dat door AnsaldoBreda zelf was ingehuurd.

Kort gezegd het verweer was: natuurlijk was men vanuit zijn positie verantwoordelijk, maar als je van niets weet kan je ook niet ingrijpen.
Dat deed me onwillekeurig weer denken aan het verweer van topbestuurders in de boekhoudschandalen.
Daar hoorde je ook maar al te vaak dat je als topman niet alles kunt weten.
Inmiddels is wel duidelijk dat dit excuus niet opgaat als het gaat om zaken die die de topman wel had moeten opvallen vanwege de risico's en de omvang.
Daarbij komt dat je ook als topman alert hoort te zijn en actief op onderzoek moet uitgaan als je de zaak niet vertrouwt.
Niets van dit alles bij het Fyra-debacle.

Voor het oog van het volk
Wat ik echt belangrijk vindt is dat de verhoren van alle betrokkenen volledig in de openbaarheid plaatsvonden.
Helemaal van deze tijd is dat de verhoren bovendien allemaal op YouTube terug te vinden zijn.
Helemaal van deze tijd is ook dat de media genadeloos hun commentaar geven op datgene wat er zich in de verhoren afspeelde.

Naar mijn weten gebeurt het maar zelden dat belangrijke hoofdrolspelers op zo'n manier in het openbaar aan de tand worden gevoeld over hun functioneren.
Ik vind dat de echte winst van deze parlementaire enquête.
Het gebeurt ook maar zelden dat bestuurders op deze manier zich in het openbaar moeten verdedigen in een lange zitting die alle nuances van hun gedrag blootlegt.

Dan blijkt dat er aardig wat door de mand vallen, omdat ze met geen mogelijkheid geloofwaardig kunnen uitleggen waarom ze iets niet hebben gedaan waarvoor ze wel verantwoordelijk waren.
Dat roept dan weer keiharde reacties op in de media, waarin de persoon niet word gespaard.
Zo maakt het Financieele Dagblad het wel erg bont door in een Maaiveld commentaar, Merel van Vroonhoven als toenmalige directeur van de NS weg te zetten als een onwetend kind.
Maar zo waren er meer voorbeelden van betrokkenen die in het openbaar volledig hun geloofwaardigheid verloren en daarna in de media nog eens werden weggezet als een non-valeur.

In veel opzichten is dat onnodig en misschien ook wel overdreven.
Maar het is ook wel goed dat de top in ondernemend en bestuurlijk Nederland zich realiseert dat zij mogelijk een keer in een openbaar verhoor aan de tand worden gevoeld en dan zullen moeten uitleggen waarom ze niets gedaan hebben.

Hopelijk denken niet alleen de betrokken personen, dat overkomt me geen tweede keer.
Hopelijk denken ook andere bestuurders, dat zal mij niet overkomen.
Als dat het gevolg is van de openbare verhoren lijkt me dat een goede zaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten