vrijdag 10 februari 2017

Einde fictieve dienstbetrekking

Het lijkt een vreemde kop, want hoe kun je nu een einde maken aan iets dat fictief is, ofwel alleen in de verbeelding bestaat?
Voor commissarissen en toezichthouders geldt een overeenkomst tot opdracht als contractuele basis. De opdrachtnemende verplicht zich om buiten dienstbetrekking werkzaamheden te verrichten voor de opdrachtgevende vennootschap of instelling.
Een commissaris of toezichthouder dient nu eenmaal onafhankelijk te zijn van de organisatie waar hij of zij toezicht houdt. Dat betekent dat er geen dienstverband kan bestaan en dat een commissaris of toezichthouder niet als werknemer kan en mag functioneren.

Een fictieve dienstbetrekking is dan ook een arbeidsrelatie die geen dienstbetrekking is maar door een wettelijke aanwijzing (een fictie) toch leidt tot de verplichting om loonheffingen in te houden.

Tot eind 2016 gold de wettelijke belastingregeling dat een commissaris of toezichthouder een zogenaamd ‘fictieve dienstbetrekking’ heeft met de organisatie waar hij werkt. De commissaris staat dan wel op de loonlijst, maar is formeel niet in dienst.
Over de honorering die de commissaris ontvangt, zal de organisatie loonbelasting en premies volksverzekeringen moeten inhouden en premie Zorgverzekeringswet afdragen aan de Belastingdienst. De werknemersverzekeringen (WW en WAO/WIA) zijn niet van toepassing.


In het Belastingplan 2017 is een wetswijziging opgenomen waarin de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen (en leden van Raden van Toezicht) vervalt. Daarmee is dan per 1 januari 2017 wettelijk geregeld dat een commissaris geen fictieve dienstbetrekking meer heeft.
Deze wetswijziging is een indirect gevolg van de invoering van de Wet deregulering bijzondere arbeidsrelaties (wet DBA).
Ingevolge deze wet is de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. Voor commissarissen die hun commissariaatwerkzaamheden uitoefenden als ondernemer, betekende het afschaffen van de VAR vanwege de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen dat zij, ondanks hun ondernemerschap, altijd onder de loonbelasting zouden vallen. Dit was een onbedoeld neveneffect. Zodoende wordt de fictieve dienstbetrekking van commissarissen afgeschaft.

Het is voor deze toezichthoudende functionarissen niet nodig  om een afzonderlijke overeenkomst te sluiten omdat uit de wetgeving en de statuten (ontbreken gezagsverhouding) voortvloeit dat er geen sprake kan zijn van een dienstbetrekking. 
Vanaf 1 januari 2017 worden commissarissen in beginsel niet meer via de loonlijst van de organisatie uitbetaald.
Als de wens bestaat om de beloning met inhoudingen via de loonadministratie te verwerken, dan kan daarvoor worden gekozen (opting-in). Dan ontstaat er een vrijwillige fictieve dienstbetrekking. Om dat te bereiken moet een gezamenlijke verklaring van commissaris en organisatie worden ingediend bij de Belastingdienst (Melding opting-in).

De afschaffing van de fictieve dienstbetrekking heeft geen gevolgen voor de btw-plicht op de beloningen. Deze blijven onderworpen aan de heffing van omzetbelasting.
Als commissaris of toezichthouder moet over de vergoeding omzetbelasting (BTW) in rekening worden gebracht. Dit geldt als u de rol van commissaris vervult als nevenwerkzaamheid of als zelfstandig beroep.

Commissarissen die hun commissariaat als privĂ©-persoon vervullen moeten zich aanmelden als BTW-ondernemer bij de Belastingdienst met ingang van de datum waarop zij commissaris worden. 
Aanmelding bij de Kamer van Koophandel is niet nodig voor deze activiteiten. 
Als de commissaris reeds een eenmanszaak met een BTW-nummer heeft in verband met andere activiteiten, dan kan  dit nummer worden gebruikt en kan aanmelding achterwege blijven.
Deze verplichting geldt ook voor toezichthouders.