zondag 29 juni 2014

Maximering accountantsinkomen

In een interview in het Financieele Dagblad, maakt de aankomend directeur van de VEB, Paul Koster duidelijk dat hij zich wil gaan richten op de rol van de accountant.
Hij zegt:
"Ik wil wat kritischer naar die beroepsgroep gaan opereren. Ik denk dat er alom bewijzen zijn dat de accountantsfunctie aan vertrouwen heeft ingeboet."
Eerder al bepleitte hij een salarisplafond voor accountants. De maximering van hun salaris moet een besparing opleveren die kan worden gebruikt om de kwaliteit van de accountantscontrole te verbeteren.
Dat voorstel krijgt overigens weinig steun meldde Financieele Dagblad later. Ik zet wat bezwaren op een rijtje:
  • geen logisch relatie plafond inkomen en betere kwaliteit van werk;
  • er wordt al heel veel geïnvesteerd in kwaliteit;
  • gebrek aan bewijs dat een plafond op inkomen de oplossing is;
  • als je de controlefunctie aan de markt uitbesteed dan kan je dat niet zomaar reguleren;
  • de accountant mag zoveel verdienen als de markt hem toestaat, maar dan moet hij wel de kwaliteit leveren die bij de hoogte van dat inkomen hoort.
Op de website van de accountant zijn ook veel veel reacties te vinden vanuit het beroep op het voorgenomen salarisplafond. Samenvattend vindt men het maar niks en de verkeerde oplossing voor het probleem.
Ik zal me verder niet in de discussie over mogelijke oplossingen mengen. Duidelijk is inmiddels wel dat het beroep structureel niet goed functioneert.
Wat ik in de discussie mis zijn echter twee belangrijke zaken:
  • het wettelijk monopolie dat accountants hebben voor de controle op de jaarrekening staat steeds meer op de tocht;
  • belangrijke stakeholders zoals de gecontroleerde ondernemingen en aanhouders zijn ontevreden over het functioneren van de accountants.
Wettelijk monopolie
Accountants vergeten te vaak dat zij in hun rol als poortwachters, van de overheid als beroepsgroep het alleenrecht hebben verkregen om de verplichte wettelijke controle uit te voeren.
In feite heeft men een wettelijk monopolie en is er van marktwerking weinig sprake.
De Grote Vier maken de dienst uit, ook in de beroepsgroep.
Wat Paul Koster denk ik indirect aan de orde stelt is dat het hebben van een wettelijk monopolie belangrijke verplichtingen met zich mee brengt. Het kan niet zo zijn dat je als partner van een groot accountantskantoor vooral aan je eigen inkomen denkt en de kwaliteit van het uitgevoerde controlewerk verwaarloost.
Als ik hem goed beluister is dat naar zijn mening aan de hand en heeft de accountant daardoor aan vertrouwen ingeboet.
Overigens is dat naar mijn mening typisch monopolistisch gedrag: op basis van marktmacht een belabberd product aanbieden tegen veel te hoge prijzen en daardoor een veel te hoge winst maken.

Morrende stakeholders
Als gevolg van dit slecht uitgevoerde monopolie zien we ook steeds meer ontevreden klanten. Denk aan de aanstelling van KPMG bij DSM waarbij de klant extra eisen heeft gesteld aan de benoeming.
"Een van de eisen is dat DSM op elk moment kosteloos de samenwerking met de accountant kan verbreken, mochten er nieuwe schandalen aan het licht komen. Ook vroeg het bedrijf een ‘comfort letter’ van KPMG, waarmee DSM zekerheid wil krijgen dat de accountant genoeg maatregelen heeft genomen om nieuwe schandalen te voorkomen."
Het is alsnog al wat als je op die manier de functie van vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer denkt in te vullen. Het is ook een teken aan de wand dat de gecontroleerde ondernemingen zelf blijkbaar nogal sceptisch staan tegenover de kwaliteit van het geleverde werk.

Dat zien we ook terug in de kritische opstelling van de VEB.
Jan Maarten Slagter gaf al in 2011 aan weinig vertrouwen meer te hebben in de accountant.
Wat dat betreft treedt Paul Koster in zijn voetsporen met een alweer duidelijk signaal: aandeelhouders hebben steeds minder vertrouwen in de kwaliteit van de door accountants uitgevoerde controles.
Tel daar nog bij op dat ook de politiek zijn geduld aan het verliezen is en dan mag het wel duidelijk zijn dat het accountantsberoep in de huidige vorm zijn beste tijd wel gehad heeft.

De ondergang van de accountantsindustrie
Ben ik een doemdenker als ik zeg dat het accountantsberoep in zijn huidige vorm geen toekomst meer heeft?
In een eerder weblog in 2012 kwam ik al tot deze conclusie.
Mijn aanbeveling was toen om de verplichte controle af te schaffen om een einde te maken aan het wettelijke monopolie. Ten tweede vond ik toen dat de echte stakeholder de accountant moet aanstellen en betalen. Dat is naar mijn mening de aandeelhouder en niet de commissaris. In Nederland zou dit bijvoorbeeld kunnen door deze rechten toe te kennen aan een aandeelhouderscommissie. De benodigde fondsen zouden aandeelhouders van de onderneming kunnen claimen waarin zij beleggen. In feite gaan we dan terug naar de beginsituatie van meer dan 1 eeuw geleden waarin degene met het grootste belang de controleur betaalde.

Conclusie
Vooralsnog ligt de bal bij het beroep om zelf met verbeteringen te komen. Zij hebben van de Tweede Kamer en minister Dijsselbloem de opdracht gekregen om de kwaliteit van de sector te verbeteren.
Daarvoor is een werkgroep samengesteld die samen met een stuurgroep aan de slag gaat.
Hoe dat allemaal uitpakt is nog maar de vraag.
Wie de reacties leest op de website van De Accountant kan zich met recht afvragen of dit wat zal opleveren. Veel voorstanders van verregaande vernieuwing voelen zich buitengesloten.
De kans dat er in september een gedragen plan ligt is erg klein.
Dan is overigens de politiek weer aan zet en dan moeten we maar weer afwachten wat dat oplevert.
Zou het niet een veel beter idee zijn om de discussie eerst maar eens te voeren met de belangrijkste stakeholders en niet alleen maar hoofdzakelijk binnen de beroepsgroep?
Ik heb niet de indruk de de huidige generatie bestuurders in de beroepsgroep nog beseffen wat er buiten de muren van hun fraaie kantoren leeft.